Om voldoende te bewegen voor
je gezondheid, hoef je niet helemaal buiten adem te raken. Een activiteit telt
mee als bewegen als je wel iets sneller gaat ademhalen en voelt dat je hart
iets sneller gaat kloppen. Bijvoorbeeld als je stevig aan het wandelen of (hand)fietsen bent.
Bouw het beginnen met sporten of bewegen
altijd rustig op. Word je duizelig of krijg je het benauwd? Doe het dan wat
rustiger aan. Krijg je telkens weer klachten, neem dan contact op met je
huisarts en zoek samen een activiteit die goed bij je past.
Volgens de Beweegrichtlijnen die in 2017
zijn opgesteld, is het advies om als volwassene
minstens 150 minuten per week aan matige of zwaar intensieve inspanning te
doen. Ook voor mensen met een beperking bij wie bewegen minder goed lukt, zijn er adviezen. Lees hoe je aan de beweegrichtlijnen kunt voldoen.
Met deze 7 tips gaat bewegen bijna vanzelf:
1. Kies een activiteit die je leuk vindt
Tegenwoordig kun je allerlei verschillende soorten sport beoefenen. Voor
mensen die niet van sporten houden kunnen andere bezigheden zorgen voor
voldoende lichaamsbeweging. Bijvoorbeeld een volkstuin of landgoed helpen onderhouden, honden
uitlaten, rondleidingen geven, dansen, wandelen, fietsen, handfietsen, zwemmen, een
wandelmaatje voor iemand zijn, activiteitenbegeleider bij de scouting,
meehelpen op een biologische boerderij: alles waarmee je flink in beweging
komt telt.
Idee: doe de sportkeuzetest en kom er binnen een paar minuten achter welke sport bij jou past. Heb jij een beperking of aandoening die sporten uitdagender maakt? Kijk eens op unieksporten.nl.
2. Wissel af
Je hoeft niet altijd hetzelfde te doen. Ga de ene dag fietsen, de andere
dag zwemmen, en dan weer eens wandelen of dansen.
3. Verwerk het in je routine
Toch zijn er wel voordelen als je elke dag hetzelfde doet. Als je altijd de trap neemt, een halte eerder uitstapt of met de (hand)fiets of rolstoel naar de supermarkt gaat, hoef je hier niet meer over na te denken. Je
hoeft die beslissing niet telkens opnieuw te maken en daardoor beweeg je zonder dat je erover nadenkt.
4. Beweeg regelmatig even
Op je werk of tijdens het televisiekijken zitten we soms lange tijd achter
elkaar stil. Doe regelmatig een oefening, kom achter het scherm vandaan, haal een kop thee, ga langs bij een
collega of maak een ommetje. Vergeet je in beweging te komen? Zet dan een alarm
op je telefoon of computer om je te herinneren.
5. Zoek een maatje
Een ‘partner in crime’ is vaak een goede stok achter de deur en maakt bewegen leuker en makkelijker vol te houden. Beweeg samen met een vriend(in) of zoek bijvoorbeeld naar een activiteiten- of sportcentrum in de buurt. Er zijn ook sites om een maatje te zoeken.
6. Maak een plan
Je zit vol goede plannen, maar
aan het einde van de week is er eigenlijk niks veranderd. Plan daarom beweging
in. Zet in je agenda wanneer je wat gaat doen.
7. Doe het rustig aan
Ga niet te hard van start. Begin liever met 10 minuten en breid het als het goed
gaat elke week met 5 minuten uit. Je houdt het dan makkelijker vol en voorkomt blessures. Bedenk dat alle begin moeilijk is, maar
naarmate je vaker beweegt wordt je conditie beter en gaat het je makkelijker
af.
Meer lezen?
Bekijk ook de pagina
Beginnen met bewegen? Maak een beweegplan! Van Kenniscentrum Sport & Bewegen.