De BMI zegt helemaal
niets over hoe mooi een lichaam is. Ieder lichaam is anders
en mooi op zijn eigen manier. Wel weten we dat je
met een
gezond(er) gewicht minder kans hebt op diabetes type 2, hoge bloeddruk,
galstenen, hart- en vaatziekten, rug- en gewrichtsklachten en bepaalde soorten
kanker.
1. Bepaal je BMI-score
De BMI is een internationale maat die laat zien of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte. De BMI kan berekend worden voor iedereen vanaf 2 jaar. De BMI is minder geschikt wanneer je heel gespierd bent,
zwanger bent, borstvoeding geeft, heel lang of heel klein bent of een Aziatische achtergrond hebt.
Uitzondering op de BMI
Voor
ouderen boven de 70 jaar en voor mensen met een
Aziatische achtergrond gelden andere grenzen voor overgewicht, ondergewicht en een gezond gewicht. Hetzelfde geldt voor
kinderen in de leeftijd van 2 tot 11 jaar en
tieners van 12 tot 18 jaar.
2. Bepaal je middelomtrek
Naast het gewicht is het voor je gezondheid belangrijk waar het lichaamsvet zit. Vet in en rond de buik is nadelig voor je gezondheid. Buikvet is namelijk een belangrijke risicofactor voor het krijgen van
diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Hoe meet je je middelomtrek?
- Ga rechtop staan. Meet de middelomtrek op je blote huid tussen de onderkant van de onderste rib en de bovenkant van het bekken.
- Houd het meetlint niet te strak, adem uit en lees jouw middelomtrek af.
De bovenstaande grenswaarden gelden voor mensen met een Europese, Amerikaanse, Midden-Oosterse en Mediterrane achtergrond. Voor een aantal bevolkingsgroepen worden andere grenswaarden voorgesteld. Kijk hiervoor op onze pagina over BMI berekenen. Voor volwassenen van 70 jaar en ouder zijn de grenswaarden voor middelomtrek mogelijk te laag. Er is nog geen duidelijkheid over welke afkappunten dan wel gebruikt moeten worden. Ben je 70 jaar of ouder en twijfel je of je middelomtrek gezond is? Ga dan naar de huisarts. Ook voor kinderen van 2 tot en met 18 jaar gelden de bovenstaande grenzen niet. Bij kinderen wordt de middelomtrek alleen gebruikt om het effect van een eventuele behandeling in kaart te brengen.
3. De combinatie middelomtrek en BMI voor volwassenen (19-69 jaar)
Meestal geven de BMI en de middelomtrek dezelfde uitkomst. Het kan zijn dat dit niet zo is. Wanneer je (ernstig) overgewicht hebt geeft de BMI-meter advies over wat je kunt doen. Als je een gezond gewicht hebt (BMI van 18,5 tot 25), kun je geen middelomtrek invullen. Heb je een gezond gewicht, maar een te hoge middelomtrek? Let er dan op dat je gewicht gelijk blijft en je middelomtrek niet hoger wordt. Dit doe je door gezond te eten en voldoende te bewegen.
Heb je ernstig overgewicht (BMI van 30 of hoger), maar een gezonde of verhoogde middelomtrek? Dan adviseren we om je middelomtrek nog een keer te meten. Hierbij kun je iemand uit je omgeving of een professional om hulp vragen. Bekijk ook onze
video over hoe je je middelomtrek op kan meten. Vul de uitslag opnieuw in de BMI-meter in voor advies.
Ben je een fanatieke krachtsporter? Dan kan het zijn dat je BMI in de
categorie overgewicht valt, terwijl je geen hoge vetmassa hebt. In dat geval is
de middelomtrek een goede aanvullende maat om het gezondheidsrisico in kaart te
brengen. Is je middelomtrek gezond, dan hoef je niet af te vallen. Ook kun je
bij een diëtist je vet- en spiermassa laten bepalen, om vast te stellen of je
lichaamssamenstelling gezond is.