Als je meer plantaardig en minder dierlijk voedsel eet, dan is dat positief voor je gezondheid en het milieu. Maar een vegetarisch of veganistisch eetpatroon is niet automatisch het meest gezond of duurzaam.
Gezondheidsvoordelen plantaardig/vegetarisch
Als je eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon, of een vegetarisch voedingspatroon, dan heeft dat gezondheidsvoordelen. Het verlaagt je bloeddruk en verkleint het risico op hart- en vaatziekten. Of een vegetarisch voedingspatroon gunstiger is voor je gezondheid dan een voedingspatroon met meer plantaardige en minder dierlijke voedingsmiddelen, is niet onderzocht.
Ook zijn de gezondheidseffecten van een veganistisch voedingspatroon ten opzichte van een voedingspatroon met meer plantaardige en minder dierlijke voedingsmiddelen niet onderzocht. In een veganistisch voedingspatroon ontbreken voedingsmiddelen die een gunstig effect hebben op de gezondheid. Het gaat bijvoorbeeld om vis (verlaagt het risico op fatale hartziekten) en melk- en melkproducten (zuivel hangt samen met een lager risico op diabetes (yoghurt) en darmkanker). Vitamine B12 komt alleen voor in dierlijke producten. Daarom krijgen veganisten het advies een vitamine B12-supplement te gebruiken, of producten verrijkt met vitamine B12.
Minder vlees eten is duurzamer
Mensen die minder vlees en zuivel nemen, hebben een lagere voedselafdruk en zorgen voor minder broeikasgasuitstoot en landgebruik. Een voedingspatroon zonder vlees (vegetarisch of veganistisch) zorgt voor een lagere broeikasgasuitstoot dan het gemiddelde voedingspatroon met vlees en zuivel.
Toch is een voedingspatroon helemaal zonder vlees en zuivel niet automatisch het meest duurzaam, wat betreft landgebruik. Voor een voedingspatroon met weinig vlees is bijvoorbeeld minder akkerbouwgrond nodig dan voor een voedingspatroon zonder vlees.
Dieren kunnen plantaardige stoffen die niet eetbaar zijn voor mensen, omzetten in eetbare eiwitten. Varkens kunnen bijvoorbeeld worden gevoed met reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie (bietenpulp, aardappelschillen en molasse). Daarnaast is een deel van de Nederlandse landbouwgrond alleen geschikt voor vee (grasland) en niet voor akkerbouw. Rundvlees in Nederland is deels afkomstig van geslachte koeien die geen melk meer geven. Hierdoor is er sowieso een kleine hoeveelheid vlees beschikbaar. Deze hoeveelheid is wel veel lager dan de huidige consumptie.
Hier vind je tips voor een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon.