Wat is diabetes type 2?
Diabetes type 2 is een stofwisselingsziekte. Dat zijn ziekten die stoornissen geven in de stofwisseling. Mensen met diabetes type 2 maken onvoldoende insuline aan en/of de insuline die aangemaakt wordt heeft niet genoeg effect doordat ze minder gevoelig zijn voor insuline. Insuline is een hormoon dat een belangrijke rol speelt bij het onder controle houden van het bloedglucosegehalte. Een ander woord voor bloedglucose is bloedsuiker.
Insuline is nodig om glucose in de cellen toe te laten. Bij mensen met diabetes kan minder glucose de cel in, en blijft er dus meer glucose in het bloed. Het bloedglucosegehalte is daardoor te hoog. De nieren scheiden een deel van de glucose uit via de urine.
Naamgeving: diabetes, suikerziekte of ouderdomssuiker?
De volledige officiële naam voor diabetes is diabetes mellitus. Vaak hoor je de term suikerziekte. De term suikerziekte kan tot verkeerde conclusies leiden. Zoals dat iemand met diabetes helemaal geen suiker mag eten.
Diabetes type 2 wordt ook wel eens ouderdomssuiker genoemd, maar ook jonge mensen kunnen dit type diabetes krijgen. De term ouderdomssuiker is dus onjuist.
Naast diabetes type 2 bestaat ook diabetes type 1. En een aantal varianten van diabetes die lijken op diabetes type 2, maar een specifieke behandeling vereisen. Het gaat hierbij om MODY (Maturity Onset Diabetes of the Young) en LADA (Latent Auto-immune Diabetes in Adults).
Hoeveel mensen hebben diabetes type 2?
In 2019 waren er in Nederland ruim 1,1 miljoen mensen met een diagnose diabetes. In bijna alle leeftijdsgroepen komt bij mannen iets vaker diabetes voor dan bij vrouwen. Ongeveer 90% van de mensen met diabetes heeft diabetes type 2. Het aantal mensen met diabetes type 2 neemt steeds verder toe. Daarnaast zijn er ook mensen die diabetes hebben, maar dit nog niet weten. Het is niet bekend hoe groot deze groep is. Dit geeft problemen, omdat ze dan te laat overgaan tot actie. En er complicaties kunnen ontstaan die je met een tijdige behandeling kan voorkomen.
Wat gebeurt er bij diabetes type 2?
Wanneer je koolhydraten binnenkrijgt, zet het lichaam deze om in glucose. Het gaat hierbij om verteerbare koolhydraten: zetmeel en suikers. Glucose komt in het bloed terecht. Daar noemen we het bloedglucose of bloedsuiker. Via het bloed komt de glucose terecht in de lichaamscellen. Zo levert glucose energie aan het lichaam. Dit heb je nodig voor bijvoorbeeld ademhalen, bewegen en het laten kloppen van je hart.
Cellen nemen bloedglucose op met behulp van het hormoon insuline. Dit hormoon wordt in de alvleesklier gemaakt. Normaal zorgt je lichaam dat er genoeg insuline is om de glucose uit het bloed in de cellen te krijgen. Insuline werkt eigenlijk als een sleutel: het opent de deuren van de lichaamscellen zodat de glucose naar binnen kan gaan.
Diabetes type 2 ontstaat doordat lichaamscellen ongevoeliger worden voor insuline. Dit heet insulineresistentie. Door de insulineresistentie nemen je cellen minder glucose op. Zo stijgt je bloedglucose steeds meer waardoor de alvleesklier ook steeds harder moet werken om insuline aan te maken. Op een gegeven moment kan de alvleesklier de vraag naar meer insuline niet aan en raakt uitgeput. Deze maakt dan minder insuline aan. Zo nemen de cellen nog minder suiker op.
Bloedsuikergehalte
De hoeveelheid glucose in het bloed wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Iemand heeft diabetes als het bloedglucosegehalte bij bepaling:
- 7,0 mmol/l of hoger is in nuchtere situatie (de voorgaande 8 uur is niets gegeten en niets anders gedronken dan water).
- 11,1 mmol/l of hoger is ongeveer 2 uur na een maaltijd.
Er wordt gesproken van een voorfase van diabetes als de bloedwaarden:
- tussen de 6,1 en 7 mmol/l liggen in nuchtere situatie.
- tussen de 7,8 en 11,0 mmol/l liggen ongeveer 2 uur na een maaltijd.
Bloedglucosewaarden zijn normaal als ze:
- nuchter lager zijn dan 6,1 mmol/l.
- 2 uur na de maaltijd onder de 7,8 mmol/l liggen.
Wat zijn symptomen van diabetes type 2?
De hoge bloedglucosewaarden bij diabetes type 2 geven verschillende directe klachten, zoals moeheid, dorst, droge mond, slecht genezende wondjes, kortademigheid, veel plassen en infecties die vaak terugkomen (zoals blaasontsteking). Als de diabetes behandeld wordt, verdwijnen de klachten meestal snel.
Aan het begin hebben mensen met type 2 diabetes vaak weinig tot geen verschijnselen. Daardoor kunnen zij de ziekte soms al jarenlang hebben voordat deze ontdekt wordt.
Bij een langdurig hoog bloedglucosegehalte, beschadigen de bloedvaten en de zenuwen. Daarom hebben mensen met diabetes meer kans op hart- en vaatziekten. Andere complicaties die kunnen ontstaan zijn chronische nierschade, een diabetische voet en slechtziendheid.
Wat zijn risicofactoren voor diabetes type 2?
De kans op diabetes type 2 hangt af van een aantal factoren. De kans om deze ziekte te ontwikkelen is groter:
- Op oudere leeftijd.
- Bij overgewicht. Vooral buikvet zorgt voor een grotere kans op diabetes type 2. Door overgewicht kunnen de lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Meer dan 80% van de mensen met diabetes type 2 heeft overgewicht.
- Wanneer iemand weinig beweegt of bij een zittend bestaan.
- Als iemand familieleden, zoals een ouder, broer of zus met diabetes type 2 heeft.
- Als iemand in het verleden zwangerschapsdiabetes heeft gehad of als de moeder zwangerschapsdiabetes had.
- Bij een bepaalde etniciteit. Diabetes type 2 komt vaker voor bij Nederlanders met een Aziatische, Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse, Hindostaans-Surinaamse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Ook komt het bij deze groepen vaker op jongere leeftijd voor: al vanaf 35 jaar.
- Bij mensen met een lage sociaaleconomische status.
- Bij een hoge bloeddruk.
- Bij vetstofwisselingsstoornissen.
- Bij stress en slecht slapen.
- Als je rookt: dat maakt het lichaam minder gevoelig voor insuline.
Invloed van voeding bij diabetes type 2
Door gezond te eten kunnen mensen het risico op diabetes type 2 verlagen. Allereerst door het bereiken of behouden van een gezonder gewicht. Ook verlagen of verhogen bepaalde voedingsmiddelen het risico op diabetes type 2. De Gezondheidsraad heeft effecten van producten en voedingstoffen op het risico op diabetes type 2 afzonderlijk geëvalueerd.
Van onderstaande voedingsmiddelen is het aannemelijk of overtuigend aangetoond dat er een verband is met diabetes type 2. Lees meer over bewijskracht op de pagina Voedingswetenschap: soorten onderzoek uitgelegd.
Hangt samen met een verhoogd risico op diabetes type 2:
- Suikerhoudende dranken zoals frisdrank, vruchtensap en gezoete zuiveldranken (330 ml/dag)
- Rood vlees (vanaf 100 gram onbewerkt rood vlees per dag)
- Bewerkt vlees (vanaf 50 gram bewerkt vlees, zoals vleeswaren, per dag)
- Eieren (7 of meer per week) en hoge inname van cholesterol (400 mg/dag)
Hangt samen met een verlaagd risico op diabetes type 2:
- Volkoren graanproducten
- Vezels
- Groene bladgroenten
- Fruit
- Gefilterde koffie
- Zwarte en groene thee
- Yoghurt
- Producten met een lagere glycemische index (GI). Dat heeft waarschijnlijk te maken met een verhoogde inname van vezels. Een voeding met veel vezels heeft vrijwel altijd een lage GI. Omdat voeding met veel vezels altijd een lage GI heeft, is het niet te onderzoeken of het beschermende effect komt door de lage GI of door de vezels. Lees meer over de glycemische index.
Hangt samen met zowel een verhoogd als een verlaagd risico op diabetes type 2:
- Alcohol. Matig alcoholgebruik hangt samen met een lager risico, terwijl een matig gebruik van bier bij mannen en van sterke drank bij vrouwen samenhangt met een hoger risico. Lees meer bij alcohol.
Voedingsadvies om diabetes type 2 te voorkomen
Mensen die geen diabetes type 2 hebben verkleinen de kans op deze ziekte als ze een gezond gewicht behouden of krijgen. Een paar kilo afvallen heeft al een gunstig effect.
Daarnaast helpt het om te eten volgens de Schijf van Vijf en voldoende te bewegen. Specifiek gelden de adviezen om diabetes type 2 te voorkomen om:
Vul voor een voedingsadvies op maat de Schijf van Vijf voor jou in.
Diabetes Risicotest
Wil je weten of jij meer kans hebt om diabetes type 2 te krijgen? Doe de Diabetes Risicotest.
Voedingsadvies bij diabetes type 2
Eten is van invloed op de bloedglucosespiegel. En wat iemand eet heeft invloed op de gezondheid, bijvoorbeeld van hart en bloedvaten. Voor mensen met diabetes type 2 is het, net als voor iedereen, belangrijk om gezond te eten.
De voedingsadviezen voor mensen met diabetes type 2 zijn gericht op het bereiken en behouden van een gezond gewicht, het onder controle houden van de bloedglucosewaarden en op het goed zorgen voor hart en bloedvaten, om zo de kans op complicaties te verkleinen.
Medicatie
Meestal is ook medicatie nodig voor de behandeling, bijvoorbeeld insuline of metformine. Medicatie en dieet worden op elkaar afgestemd. Hoe diabetes type 2 het beste wordt behandeld is per patiënt verschillend. Leidend zijn daarom altijd de arts en diëtist. Zij stemmen de adviezen af op de specifieke situatie.
Supplementen
Soms lees je dat supplementen met bijvoorbeeld vitamine D, vitamine C, ijzer, chroom, koper, zink, magnesium, gember, knoflook of kaneel goed zijn voor mensen met diabetes. Maar hier bestaat nog veel onduidelijkheid over. Daarom gelden voor mensen met diabetes de suppletieadviezen zoals die gelden voor de algemene bevolking voor foliumzuur, vitamine B12 en vitamine D en de normale aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voor vitamines en mineralen.
Als er geen tekort is vastgesteld, of een verhoogd risico daarop, wordt het nemen van supplementen niet aanbevolen. Voor gember, knoflook en kaneel is geen overtuigend bewijs gevonden dat het nemen van supplementen met (extracten van) die stoffen de bloedglucosewaarden helpen onder controle te houden Het wordt daarom niet geadviseerd om supplementen met deze stoffen te gebruiken.
Het dieet bij diabetes type 2
1. Gezonde basis met de Schijf van Vijf
Met een gezond voedingspatroon volgens de Schijf van Vijf krijg je genoeg binnen van alle voedingstoffen die je nodig hebt. Ook als je diabetes hebt is de Schijf van Vijf een goede basis. Maar je kunt samen met je diëtist ook kiezen voor een ander voedingspatroon, zoals het traditionele Mediterrane voedingspatroon, de Amerikaanse Dietary Approaches to Stop Hypertension (DASH)-voeding of een koolhydraatbeperkt dieet.
Al deze voedingspatronen lijken op elkaar en op de Schijf van Vijf. Voedingsmiddelen als groente, fruit, volkorenproducten, noten en gevogelte (kip en kalkoen) staan erin centraal. Rood en bewerkt vlees en witte graanproducten bijvoorbeeld komen er juist weinig in voor. Bespreek met je diëtist wat het beste bij je past.
Dit zijn de kernpunten van de Schijf van Vijf:
- Veel groente en fruit
- Vooral volkoren, zoals volkorenbrood, volkorenpasta, volkorencouscous en zilvervliesrijst
- Minder vlees en meer plantaardig. Varieer met vis, peulvruchten, ongezouten noten, eieren, tofu en tempé
- Genoeg magere en halfvolle zuivel, zoals melk, yoghurt en kaas
- Een handje ongezouten noten
- Zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten, zoals olie, halvarine en vloeibaar bak- en braadvet
- Voldoende vocht, zoals kraanwater, thee en koffie zonder suiker
De aanbevolen hoeveelheden van de Schijf van Vijf zijn berekend voor gezonde mensen. Aanbevolen hoeveelheden kunnen voor jou wat anders zijn. Praat hier altijd over met je diëtist. Hij of zij stemt de adviezen af op jouw specifieke situatie.
2. Bereiken en behouden van een gezond gewicht
Veel mensen met diabetes type 2 zijn te zwaar. En hoe meer overgewicht, hoe hoger het risico op hart- en vaatziekten. Vooral bij vetophoping in en rondom de buik is dit risico hoger. Als je veel buikvet hebt kunnen bovendien de lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Buikvet hangt verder samen met een verhoogd cholesterolgehalte en een hoge bloeddruk.
Afvallen kan ervoor zorgen dat je cellen gevoeliger worden voor insuline. De bloedglucose blijft dan beter onder controle. Ook kan het zorgen voor een betere bloeddruk en cholesterolwaarde. 5 tot 15% van je gewicht of 10% van je buikomvang kwijtraken heeft al effect. Het kan zijn dat je minder of zelfs helemaal geen medicijnen meer nodig hebt. Je diëtist, arts of diabetesverpleegkundige begeleiden je hierbij.
3. Het onder controle houden van de bloedglucosewaarden
Net als iedereen hebben mensen met diabetes koolhydraten nodig. Soms is het tellen van koolhydraten nodig. Bijvoorbeeld om de hoeveelheid medicatie af te kunnen stemmen op de hoeveelheid koolhydraten. De diëtist, arts of diabetesverpleegkundige helpt per individu te bepalen wat het beste werkt.
Algemene adviezen die helpen bij het onder controle houden van de bloedglucosewaarden:
- Kies voor gezonde producten met koolhydraten: groente, fruit, volkorenbrood, havermout, volkorenpasta, zilvervliesrijst, volkoren couscous en peulvruchten. Ze werken beschermend tegen allerlei ziekten en bevatten veel gezonde voedingsstoffen. Bovendien bevatten ze veel vezels die ervoor zorgen dat je bloedglucose niet te snel stijgt.
- Afhankelijk van de medicatie die je gebruikt kan het verstandig zijn om de koolhydraten verdeeld over de dag binnen te krijgen. Dan kan het lichaam ze beter verwerken. Eet in dat geval regelmatig. Dat houdt in:
- elke dag drie hoofdmaaltijden, namelijk ontbijt, lunch en avondeten.
- maximaal vier keer iets tussendoor. Bespreek met je diëtist of en hoeveel tussendoortjes voor jou wenselijk zijn.
- Wees ook zuinig met toegevoegde suikers. Laat sap, frisdrank, snoep, koek en zoete toetjes zoveel mogelijk staan. Ze leveren calorieën maar geen gezondheidswinst. Bovendien kunnen ze voor schommelingen in het bloedglucosegehalte zorgen. Neem water, thee en koffie zonder suiker in plaats van frisdrank. En neem fruit in plaats van sap. Kijk voor meer inspiratie bij Eetwissel maken.
- Sommige mensen kunnen baat hebben bij het gebruik van voedingsmiddelen met een lage glycemische index. Het toepassen van de glycemische index is wel ingewikkeld. Hierbij is begeleiding van een diëtist belangrijk.
In geval van een hypo (te laag bloedsuikergehalte):
Als je een glucosemeter hebt, kun je controleren of je een hypo hebt (onder de 3,5 mmol/liter). Het streven in de behandeling van diabetes is om zoveel mogelijk tussen de 4 en 8 mmol/l te blijven.
Wanneer je inderdaad een hypo hebt, neem dan direct iets met glucose. Zorg dat je altijd wat bij je hebt. Het is per persoon verschillend hoeveel koolhydraten je nodig hebt om je bloedglucose weer op peil te krijgen. Op basis van ervaring kun je samen met je diëtist de hoeveelheid aanpassen. Je diëtist adviseert welke producten en in welke hoeveelheid geschikt zijn voor jou.
4. Een koolhydraatbeperkt dieet
Het kan sommige mensen met diabetes helpen om (tijdelijk) minder koolhydraten te eten. Bijvoorbeeld om gewicht te verliezen of wanneer de bloedglucosewaarden niet goed ingesteld raken. Wat voor jou werkt bekijk je samen met je diëtist, arts, praktijkondersteuner of diabetesverpleegkundige.
Of je nu wel of geen koolhydraatbeperkt dieet volgt: het is in ieder geval belangrijk dat je je koolhydraten uit gezonde producten haalt, zoals volkoren graanproducten, peulvruchten, groente en fruit. En kies ook voor eiwitten en vetten uit gezonde producten, zoals (vette) vis, peulvruchten, ongezouten noten en plantaardige oliën.
Een koolhydraatbeperkt dieet kan op de korte termijn een positief effect hebben op de bloedglucosewaarden en het gewicht van mensen met diabetes type 2. Wanneer je met een koolhydraatbeperkt dieet gewicht verliest, heeft dit gewichtsverlies ook gunstige effecten op de gevoeligheid van je lichaam voor insuline en op de bloedglucosespiegel. Vooral voor mensen met diabetes die overgewicht hebben, is gewichtsverlies positief. Op lange termijn zien onderzoeken geen verschil meer in bloedglucosewaarden en gewicht tussen een koolhydraatbeperkt dieet en andere energiebeperkte diëten. Dit kan onder andere komen doordat een koolhydraatbeperkt dieet voor veel mensen lastig lang vol te houden is. Er zijn geen studies naar de relatie tussen het volgen van een koolhydraatbeperkt dieet en het optreden van chronische aandoeningen op lange termijn, zoals hart- en vaatziekten.
Als je diabetes hebt en een koolhydraatbeperkt dieet of ketogeen dieet wilt volgen, is een goede medische begeleiding en begeleiding van een diëtist extra belangrijk. Zij helpen je je medicatie aan te passen aan je voedingspatroon en tekorten in je voedingspatroon te voorkomen. Aandachtspunten bij een koolhydraatbeperkt voedingspatroon zijn bijvoorbeeld vezels, foliumzuur en jodium.
5. Goed zorgen voor hart, bloedvaten en nieren
Omdat de kans op hart- en vaatziekten en chronische nierschade groter is bij mensen met diabetes, is het extra belangrijk om goed te zorgen voor hart, bloedvaten en nieren. In de Schijf van Vijf staan producten die goed zijn
voor hart en bloedvaten, zoals volkorenproducten, groente, fruit, ongezouten
noten en (vette) vis. In de Schijf van Vijf staan verder producten met niet te
veel verzadigd vet en niet te veel zout. Verzadigd vet verhoogt het
LDL-cholesterol. Een teveel aan LDL-cholesterol in je bloed blijft plakken aan
de binnenkant van je bloedvaten. Zout verhoogt de bloeddruk.
Enkele adviezen binnen de Schijf van Vijf zijn voor mensen met diabetes extra belangrijk:
- Neem zo min mogelijk producten met verzadigd vet en transvet en vervang producten met veel verzadigd vet door producten met veel onverzadigd vet. Lees meer over dit advies.
- Eet niet te veel vlees en varieer met (vette) vis,
peulvruchten, ei en ongezouten noten.
- Beperk de zoutinname (zeker bij een hoge bloeddruk) tot 6 gram. Bekijk tips om minder zout te eten.
- Het eten van veel vezels helpt het
cholesterolgehalte te verlagen.
6. Voldoende beweging
Regelmatig bewegen heeft een positief effect op je diabetes. Beweging zorgt er namelijk voor dat cellen beter reageren op insuline. Verder helpt het de bloeddruk en het cholesterol te verlagen en helpt het met afvallen of om overgewicht te voorkomen. Beweeg elke dag minimaal 30 minuten en als je wilt afvallen of op gewicht wilt blijven na afvallen 60 minuten.
Als je meer gaat bewegen en je gebruikt medicatie, dan moet je mogelijk je medicatie aanpassen om te lage bloedglucosewaarden te voorkomen. Zeker als je in de eerste plaats beweegt om af te vallen is het belangrijk zo snel mogelijk de medicatie te laten aanpassen. Anders moet je meer eten en dat werkt het afvallen tegen. Als je ernstige problemen hebt met je hart en bloedvaten, dan kan het voor jou onverstandig zijn om extra te bewegen. Overleg dan altijd met de diëtist, arts, praktijkondersteuner of diabetesverpleegkundige.