Misschien heb je er wel berichten over zien langskomen: de toevoeging van insecten in je eten. De Europese Unie heeft toestemming gegeven voor het gebruik van een aantal insecten, waaronder krekelmeel. Daarbij geldt dat als een product insecten bevat dat duidelijk op het etiket moet staan. Maar de kans dat je nu al veel producten met insecten gaat tegenkomen is niet zo groot. We leggen het in dit artikel graag verder uit.
Melden op het etiket
Het meest recent heeft de EU groen licht gegeven voor het gebruik van krekelmeel en van kleine meelwormen. Vorig jaar werden al de treksprinkhaan, de gele meelworm en de huiskrekel goedgekeurd voor gebruik in levensmiddelen. De veiligheid is uitgebreid getest door de Europese voedselveiligheidsorganisatie (EFSA). Dat is een belangrijke stap in de goedkeuring.
Voor menselijke consumptie moeten insecten altijd volledig verhit zijn geweest om te voorkomen dat ziekteverwekkers kunnen worden overgedragen. Daarnaast moeten producenten die insecten verwerken in hun voedingsmiddelen dat duidelijk vermelden op het verpakkingsetiket.
Ook moeten producenten altijd aangeven om welk type insect het precies gaat. Dat is ook van belang omdat sommige mensen mogelijk allergisch zijn voor insecten, al moet dat nog verder worden onderzocht. Het zou vooral gaan om mensen die allergisch zijn voor schaal- en schelpdieren of huisstofmijt.
Niet alleen Latijnse naam
Als een product insecten bevat dan wordt dat op het etiket niet alleen vermeld met de Latijnse naam van het insect, maar ook met de naam die gebruikt wordt in het land waar het product wordt verkocht. Dat is zo vastgelegd in de Europese regelgeving. Wat betreft krekelmeel zou je dan dit zien staan: "gedeeltelijk ontvet poeder verkregen uit Acheta domesticus (huiskrekel)".
Het gebruik van insecten in voedingsmiddelen voor consumenten is trouwens niet nieuw. Een rode kleurstof die bijvoorbeeld gebruikt wordt om roze koeken hun kleur te geven, wordt verkregen uit bladluizen. Deze kleurstof, karmijn genaamd, kun je op het etiket vinden als E120.
Al in de supermarkten?
De kans dat je nu meteen veel producten tegenkomt waarin insecten zijn verwerkt, is niet zo groot. Voor krekelmeel bijvoorbeeld is pas net toestemming gegeven. "Daarom is te verwachten dat het nog een tijdje duurt voordat producten eventueel de supermarkten instromen", zegt de FNLI, de koepelorganisatie van bedrijven in de Nederlandse levensmiddelenindustrie, in dit nieuwsartikel.
Volgens de FNLI is het "waarschijnlijk dat sommige bedrijven overwegen" om insecten te gebruiken als ingrediënt in hun producten. Maar de organisatie geeft aan dat er nu nog geen signalen zijn uit de levensmiddelensector dat het breed zal worden toegepast.
Ook de CBL, de koepelorganisatie van Nederlandse supermarkten, geeft in hetzelfde artikel aan dat "voor Nederlandse supermarkten geldt dat – naar ons weten – krekelmeel nog niet grootschalig wordt ingezet voor levensmiddelen".
Het Voedingscentrum houdt de ontwikkelingen rond het gebruik van insecten in voedingsmiddelen in de gaten en zal zo nodig verder informeren.
Alternatieve eiwitbron
Sommige mensen vragen zich misschien af waarom je insecten in producten voor consumenten zou willen verwerken. Dat heeft met name te maken met het feit dat insecten rijk zijn aan eiwitten. Qua voedingswaarde is het gelijkwaardig aan vis, kip, rund of varkensvlees. De samenstelling van de eiwitten is vergelijkbaar met vlees. Daardoor kunnen insecten dienen als alternatieve eiwitbron.
Daarnaast zijn insecten duurzamer om te kweken dan vlees. Zo zetten insecten voeding veel efficiënter om in vlees dan varkens, kippen en runderen. Ook is er minder water en ruimte nodig om insecten te kweken en ligt de uitstoot van broeikasgassen een stuk lager.
We vinden het positief dat de weg wordt vrijgemaakt voor meer alternatieve eiwitbronnen. Het is wel de vraag voor wat voor producten dit het meest relevant is. Denk aan de toevoeging van krekelmeel aan volkorenbrood en volkorenpasta, dat zijn producten met op zichzelf al een lage milieubelasting. Als het wordt ingezet om regulier vlees te vervangen biedt het in potentie wel meer duurzaamheidswinst.