Op
wateetnederland.nl heeft het RIVM de vergelijking gepubliceerd tussen de uitkomsten van de
voedselconsumptiepeiling (2019-2021) en de aanbevolen hoeveelheden van de
Schijf van Vijf. En het CBS kwam vandaag met een nieuwsbericht over de laatste cijfers uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor naar
voedingsgewoonten. Bij beide springt de jongste groep kinderen tot 4 jaar er
positief uit en de tieners negatief.
Inzet
op kinderen nodig
De
onderzoeken laten wederom de noodzaak zien om meer in te zetten op de jeugd. Petra
Verhoef, directeur van het Voedingscentrum geeft aan dat er veel meer moet
gebeuren.
“De
cijfers zijn nieuw, maar de boodschap niet. We weten al heel lang dat inzet op kinderen
essentieel is. Het is goed om te zien dat de allerjongste kinderen relatief
gezond eten. Daar zijn veel ouders heel bewust mee bezig. En ook is er in die
eerste fase veel professionele ondersteuning voor ouders en is er vaak gezonde
voeding op de kinderopvang. Zaken waar ook het Voedingscentrum veel aan doet.”
Maar
dat eetgewoonten na de peuterleeftijd verslechteren mogen we als samenleving
niet laten gebeuren, benadrukt Verhoef. “Hoe ouder de kinderen, hoe groter de ongezonde
verleidingen die ze tegenkomen in de omgeving. Daar kun je als ouder of
opvoeder nauwelijks tegen opboksen, zeker als je bepaalde voedselvaardigheden
mist of weinig geld aan gezond eten kunt besteden.”
Kansen
genoeg
Gewoonten
die kinderen van jongs af aan aanleren, vormen de basis voor hun toekomst. En we
weten allemaal dat goed eten belangrijk is voor een gezond lichaam op een gezonde
planeet. Ook weten we wat er nodig is. De politiek heeft meer dan genoeg
aanknopingspunten met 10 gouden maatregelen, waarin niet voor niets veel focus op
de kinderen ligt. Denk aan verplichte lessen over voeding op school, gratis
schoolmaaltijden en gezonde voeding overal waar veel jeugd komt. Bovendien laat
het Voedingscentrum geen kans onbenut om eetomgevingen te helpen met een gezonder en duurzamer
aanbod en om de voedselindustrie te stimuleren tot een gezonder aanbod.
“Ik
zal eerlijk zijn, het is soms frustrerend dat het allemaal niet veel sneller
gaat. Wij doen alles wat in onze macht ligt. We zien gelukkig ook dat heel veel
partijen werken aan een gezonde en duurzame eetomgeving. Maar het gaat niet
vanzelf. We zijn erg blij dat de regering het succesvolle Programma Schoolmaaltijden
doorzet. Als ze daarbinnen ook nog een gezond en duurzaam aanbod stimuleren, dan
biedt dat een grote kans om kinderen goed te laten eten. En deze 2 nieuwe
onderzoeken laten dus weer zien dat dat geen overbodige luxe is. Juist via
scholen bereik je alle kinderen en vergroot je dus kansengelijkheid,” aldus
Petra Verhoef.
Wat
zeggen de cijfers precies?
De
cijfers van het RIVM laten zien dat relatief meer jonge kinderen de aanbevolen
hoeveelheden groenten, fruit, brood, aardappelen en graanproducten,
peulvruchten en zuivel nemen. Alleen met de aanbevolen hoeveelheden noten(pasta)
en dranken blijven ze wat achter. Tieners (12 tot 18 jaar) halen relatief het
grootste deel van hun energie uit producten buiten de Schijf van Vijf. Verder
halen ze het minst de aanbevolen hoeveelheid brood, noten, vis en zuivel in
vergelijking met andere leeftijdsgroepen. Voor jongens geldt dit ook voor
groenten en dranken, voor meiden voor peulvruchten en eieren.
De
resultaten van het CBS ondersteunen deze bevindingen. Het CBS werkt met
voedingsscores van 0 tot en met 10: hoe hoger de score, hoe meer de genoemde
groep eet volgens een aantal belangrijke aspecten van de Schijf van Vijf.
Leeftijd |
Gemiddelde voedingsscore |
Peuters (1 tot 4 jaar) |
7,1 |
Kinderen (4 tot 12 jaar) |
6,6 |
Tieners (12 tot 18 jaar |
5,9 |
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) |
6,2 |
Vanaf 18-jarige leeftijd stijgen de scores met elke
leeftijdsgroep. 65-plussers behalen een 7,5.
Peuters eten vooral voldoende groente en fruit. De lagere
score van tieners komt voor een groot deel door te veel
snacks en suikerhoudende dranken en te weinig fruit.