71% van de vrouwen stopt eerder
met het geven van borstvoeding dan ze hadden gehoopt. Twee derde was hierover
teleurgesteld. 53% van de vrouwen start met het uitsluitend geven van
borstvoeding bij de geboorte van hun baby. Dat is het laagst sinds de start van
de metingen in 1997. De hoeveelheid melk speelt een grote rol bij het
(eerder) stoppen met borstvoeding: de
baby kreeg volgens de respondenten onvoldoende melk binnen of ze waren daar onzeker over. Betere ondersteuning
kan daarbij helpen. Dat komt uit een
onderzoek van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid
in opdracht van het Voedingscentrum.
Trend
In eerste instantie lijkt het startpercentage van 53% een daling vergeleken met vorige jaren. 23% van de baby’s kreeg echter
een combinatie van borst- en flesvoeding. Daarmee komt het percentage baby’s
dat enige mate van borstvoeding krijgt uit op 76% en dat percentage is weer hoger
dan voorgaande jaren. Meer
onderzoek is nodig naar de redenen voor ouders om borstvoeding (tijdelijk) aan
te vullen met kunstvoeding. Baby’s hebben er het meeste baat bij als ze tenminste 6 maanden
borstvoeding krijgen. Na een half jaar geeft nog zo’n 31% van de vrouwen
borstvoeding als enige melkvoeding.
Goede voorlichting en
ondersteuning nodig
De
meeste vrouwen die eerder stopten met borstvoeding dan ze van plan waren,
zeggen hier teleurgesteld over te zijn. De hoeveelheid melk speelt een grote rol bij het
stoppen met borstvoeding: de baby kreeg volgens de respondenten onvoldoende melk binnen of ze waren daar onzeker over. Vrouwen gaven daarnaast als
belangrijkste stopredenen dat het de baby niet goed lukte en dat
ze pijn ervaren. Marije Verwijs, expert voeding en gezondheid bij het
Voedingscentrum: "Borstvoeding geven kan uitdagend zijn. Zeker in het
begin is het soms zoeken voor moeder en baby. De genoemde redenen laten de
noodzaak zien van betere begeleiding en goede voorlichting door onder andere de
verloskundige, kraamverzorgende en JGZ. Niet elke ouder is bekend met de hulp
die er is. En het zou helpen als een lactatiekundige (borstvoedingsexpert) voor
iedereen die het nodig heeft toegankelijk is."
Motivatie
om te starten
Ouders
geven aan dat gezondheid de belangrijkste motivatie is om te starten met
borstvoeding. Daarnaast wordt contact tussen moeder en baby als voornaamste
reden genoemd. 65%
van de baby’s uit hbo- en wo opgeleide gezinnen krijgen na de geboorte uitsluitend
borstvoeding tegen 46% van de baby’s uit praktisch- en 49% uit mbo opgeleide gezinnen. De gezondheidsverschillen tussen de verschillende opleidingsniveaus
worden hierdoor mogelijk nog groter.
Nederland bungelt internationaal onderaan
Internationaal staat Nederland op de 90e plaats van de 100 als het gaat om borstvoeding en beleid. Dat blijkt uit een recent verschenen rapport van de
World Breastfeeding Trends Initiative. Een organisatie die met een puntensysteem in kaart brengt hoe overheden omgaan met borstvoeding. Nederland scoort slecht omdat er onder andere geen overheidsbeleid en structurele monitoring is. Ook is er geen crisisbeleid in het geval van rampen en noodsituaties. Er is wat dat betreft nog veel winst te behalen.
Hulp bij borstvoeding
Het Voedingscentrum
ondersteunt ouders die borstvoeding willen geven met praktische handvatten zoals
video’s, een stappenplan voor het aanleggen, informatie over het bewaren van
borstvoeding en een overzichtskaart met alle mogelijk in te schakelen hulp.