Onder dierziekten verstaan we hier alle besmettelijke ziekten die in eerste instantie door dieren gedragen worden. De meeste dierziekten zijn specifiek voor een bepaald dier. Mensen kunnen die ziekte niet krijgen. In de praktijk komt het bijna niet voor dat iemand ziek wordt.
Er zijn diverse maatregels om dierziekte te voorkomen, zoals (nood)vaccinaties. In geval van een uitbraak kunnen dieren behandeld worden met medicijnen en kan er worden besloten om bepaalde dieren te ruimen, als het gaat om bestrijdingsplichtige dierziekten zoals varkenspest en mond-en-klauwzeer. Zowel op de boerderij als op het slachthuis wordt geïnspecteerd en gekeurd.
Omschrijving
Onder dierziekten verstaan we alle besmettelijke ziekten die in eerste instantie door dieren gedragen worden. Bekende voorbeelden zijn Q-koorts, varkenspest, mond-en klauwzeer (mkz). Ook E. coli en salmonella horen hierbij. Ziekmakers heb je in verschillende soorten: bacteriën, virussen, schimmels, parasieten en wormen. Ook de manier waarop dierziekten worden overgedragen verschilt. Het kan verspreiden via mest en urine, fysiek contact of lucht. Ook is het mogelijk via het eten van besmette dierlijke producten, of bijvoorbeeld van moedervarken op haar biggetjes.
De meeste dierziekten zijn specifiek voor een bepaald dier. Mensen kunnen die ziekte niet krijgen. Sommige ziekten kunnen wel van dier op mensen overgaan (en andersom). We noemen dat een zoönose. Voorbeelden daarvan zijn Q-koorts en salmonella bij vee. Ook kun je ziekten van wilde dieren krijgen, zoals de vossenlintworm, of van huisdieren, zoals kattenkrabziekte.
Lees meer hierover onder het kopje ‘gezondheidseffecten’
Voedsel
Door de bestrijding van dierziekten binnen de veehouderij en vleesverwerkende industrie, komt het amper voor dat mensen besmet raken. Ten eerste worden dieren tegen bepaalde ziekten preventief gevaccineerd. Ten tweede overleven de ziekteverwekkende bacteriën, parasieten en wormen niet als voedsel voldoende wordt verhit tijdens de bereiding van voedsel. Veel melk- en vleesproducten zijn gepasteuriseerd of gesteriliseerd. Tot slot zijn dierlijke producten als vlees, melk en eieren in de winkel altijd afkomstig van gezonde dieren.
Rol consument
Naast veehouderij en industrie is de consument een belangrijke spil in het voorkomen van ziekten door dierlijke producten. Denk aan hygiënisch werken in de keuken en het goed verhitten van etenswaar tijdens het bereiden van de maaltijd, zoals kippenvlees. Gezonde dieren kunnen namelijk wel voor mensen ziekmakende bacteriën bij zich dragen, waar zij zelf niet altijd hinder aan ondervinden, zoals E-coli, listeria of salmonella.
Wettelijke regels
Op internationaal en nationaal niveau gelden verschillende wetten en regels om dierziekten te bestrijden. Veruit de meeste dieren in Nederland worden gehouden voor hun vlees, melk of eieren. Met het bestrijden van dierziekten wordt bewerkstelligd dat dierlijke producten veilig zijn voor consumptie en dat dierziekten zich niet sterk verspreiden. Binnen de veeteelt gebeurt dat op verschillende plekken in de keten: bij de veehouder zelf en in de verwerkende industrie.
Lees hier meer over onder het kopje 'veiligheid'
Gezondheidseffecten
Mensen met een verminderde weerstand, zoals kinderen, bejaarden en zieken kunnen ziek worden van dieren met bijvoorbeeld Q-koorts of vogelgriep. In de praktijk raken alleen veehouders of pluimveehouders besmet, doordat ze veel contact hebben met de dieren.
Deze 2 ziekten kunnen zich verspreiden bijvoorbeeld via besmette stofdeeltjes in de lucht of via direct contact met besmette dieren. Mensen kunnen ziek worden als zij bijvoorbeeld de besmette stofdeeltjes inademen. Vlees, melk en eieren van met Q-koorts of vogelgriep besmette dieren zouden niet gevaarlijk hoeven te zijn voor mensen, want deze zouden altijd voldoende verhit moeten zijn voorafgaande aan consumptie: tijdens de productie van melk of tijdens het bereiden van vlees. Daarom zouden ze in principe vrij van de ziekteverwekkers moeten zijn bij consumptie als voldoende hygiënemaatregelen zijn genomen (verhitting maar ook hygiënemaatregelen bij bereiding).
Mensen kunnen niet ziek worden van de meeste dierziekten, als mond-en-klauwzeer (MKZ) en varkenspest. De ziekten zijn wel besmettelijk voor dieren.
Veiligheid
Vlees, melk en eieren uit de winkel is altijd afkomstig van gezonde dieren. Er is geen reden om melk en vlees uit de winkel te mijden als er een dierziekte als varkenspest of MKZ in het land is geconstateerd.
Preventie
Om te zorgen dat dieren zo min mogelijk ziek worden zijn er regels over bijvoorbeeld hygiëne in de veeteelt en over veevoer. Daarnaast zijn er verplichte vaccinaties, vrijwillige vaccinaties en noodvaccinaties om ervoor te zorgen dat dieren niet ziek worden.
Controle
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet erop toe dat het eten veilig is. Ze controleren veehouderijen en de bedrijven die werken met dierlijke producten.
Behandeling
Zodra er een met name genoemde ernstige besmettelijke dierziekte wordt vermoed op een boerderij dan neemt de overheid maatregelen. De veehouder en de dierenarts hebben een meldingsplicht aan het landelijk meldpunt dierziekten van de NVWA. Afhankelijk van de aard en de besmettelijkheid van de ziekte, worden maatregelen getroffen als besmetting met een specifieke dierziekte wordt bevestigd. Dit kunnen isolatie en behandeling van het betreffende dier zijn, maar het kan ook voorkomen dat alle dieren op de boerderij geruimd moeten worden. Dan worden dieren die het risico hebben om besmet te zijn gedood en verbrand in een verbrandingsoven om te voorkomen dat er een epidemie uitbreekt onder de dieren.
Als dieren behandeld worden met medicijnen of antibiotica, moeten ze weer helemaal beter zijn, voordat er vlees, melk of eieren van verhandeld mogen worden. Daarnaast geldt een wettelijke wachttijd. De dieren moeten niet alleen uitgeziekt zijn, maar ook moeten de medicijnen en antibiotica uit hun lichaam zijn.
Uitbraak van dierziekten
Mocht er een bestrijdingsplichtige dierziekte uitbreken, dan kunnen speciale maatregelen worden genomen. Bedrijven hebben de plicht om bepaalde ziekten te melden bij de NVWA. Het bedrijf waar de ziekte is (de besmettingshaard), wordt stilgelegd en de dieren op de locatie worden geruimd. Niemand mag de boerderij op of af zonder speciale toestemming.
Er is dan 72 uur een stand-still situatie. Er mag in een zone van 10 kilometer geen transport plaatsvinden: geen vrachtwagens en geen verplaatsing van mensen en dieren. Alle bedrijven in een cirkel van 10 kilometer worden ook gecontroleerd of de ziekte daar aanwezig is. Als dat zo is worden ze geruimd. In bepaalde gevallen kan er worden overgegaan tot het uitvoeren van een noodvaccinatie bij dieren in het gebied.
Daarnaast vindt er controle plaats in de voedselverwerkende keten. Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor een veilig product, en moeten zorgen voor een kwaliteitssysteem. Bij slachterijen zijn altijd externe controleurs aanwezig die elk dier bekijken of ze wel gezond zijn.
Bekijk de regels