Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Duurzaam eten

De productie van voedsel vraagt veel van de wereld. 20 tot 35% van de milieubelasting en van de uitstoot van broeikasgassen komt door de productie en consumptie van voedingsmiddelen.

Eten volgens de Schijf van Vijf geeft duurzaamheidswinst ten opzichte van het huidige voedselpatroon van de gemiddelde Nederlander. Door in de supermarkt zo bewust mogelijk te kiezen kan die winst verder verhoogd worden, tot wel de helft van de milieudruk van ons eten. 

Duurzamer eten doe je in de eerste plaats door minder te eten, dus niet meer dan je nodig hebt. Ook helpt het om minder te kiezen voor milieubelastende dierlijke eiwitrijke producten, zoals vlees en kaas. Een voedselpatroon zonder of met minder vlees geeft een lagere milieubelasting. Kies bij voorkeur voor producten met keurmerken op het gebied van dierenwelzijn, eerlijke handel, natuur, milieu en herkomst.

Omschrijving

Duurzaamheid is een breed begrip. De één denkt aan dierenwelzijn, de ander aan de natuur of eerlijke handel. De term duurzaamheid is gedefinieerd in het VN Brundtland-rapport uit 1987. De Food and Agricultural Organization van de VN heeft daarvan een definitie afgeleid voor voedselpatronen: “Duurzame voedselpatronen zijn voedselpatronen met een lage milieubelasting, die bijdragen aan voedselveiligheid en gezondheid voor de huidige en toekomstige generaties. Het voorzien in de behoeften van de wereldbevolking betekent dat er voldoende, gevarieerd, gezond en veilig voedsel beschikbaar is en dat dit eerlijk verdeeld is.”

Er is ook een bredere definitie van duurzaamheid vanuit de overheid. Daarin betekent duurzaam voedsel een productie en consumptie met respect voor mens, dier en milieu. Het gaat bij duurzaam dus niet alleen over milieu en klimaat zoals in de eerste definitie, maar ook over andere voedselkwaliteitsaspecten zoals:

Wat doet het Voedingscentrum met het thema duurzaamheid?

Het Voedingscentrum informeert consumenten over – en stimuleert hen tot een gezonde en meer duurzame voedselkeuze. Dat betekent kortweg dat we consumenten voorlichten en helpen om duurzamer te eten.
Voor het thema duurzaamheid heeft het Voedingscentrum diverse tools. De belangrijkste zijn:

Verder bieden we verschillende achtergronddocumenten aan professionals en consumenten:

Deze pittige pompoenstamppot met tofu laat zien dat je ook lekker en duurzamer kunt eten zonder vlees.

Gezondheidseffecten

Gezond eten is in grote lijnen ook duurzaam. Dat staat in het adviesrapport Richtlijnen goede voeding ecologisch belicht van de Gezondheidsraad dat in juni 2011 is verschenen. De Gezondheidsraad heeft de uitkomsten van dat advies naast hun nieuwe Richtlijnen goede voeding uit eind 2015 gelegd, waarop de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum gebaseerd is. De Gezondheidsraad constateert dat een aantal aanbevelingen uit de nieuwste richtlijnen niet alleen uit gezondheidsoogpunt winst opleveren, maar ook leiden tot een voedingspatroon dat ecologisch minder belastend is: 

  • Vergeleken met de oude richtlijn is er meer ruimte voor een plantaardige voeding en minder voor een dierlijke. Over het algemeen geeft dat een ecologisch lagere belasting. Zo is minder vlees eten en het matigen van een hoge zuivelinname uit ecologisch oogpunt wenselijk.
  • Ten opzichte van de oude richtlijn (2 porties vis per week) zorgt de huidige richtlijn om 1 portie per week vis te eten voor een lagere ecologische belasting. Bij de visconsumptie is de aanbeveling om de nadruk te leggen op vissoorten die niet overbevist worden of die op een milieuvriendelijke manier worden gekweekt.

Voedingsadvies

Vul de Voedselafdruk in voor een advies op maat en lees de tips hieronder.

Het Voedingscentrum heeft de volgende tips om duurzaam te eten: 

  • Eet niet te veel en verminder je energie-inname bij een te hoog lichaamsgewicht. 
  • Neem minder zoete dranken, snoep, koek en snacks. Je lichaam heeft deze producten niet nodig, maar het maken ervan is ecologisch belastend doordat er veel bewerking in een fabriek nodig is. Je kunt het beste kiezen voor onbewerkte of weinig bewerkte producten, zoals groente, fruit, peulvruchten en volkoren graanproducten waar veel voedingstoffen in zitten en niet veel calorieën.
  • Verspil geen voedsel. Verminderen van voedselverspilling levert een grote bijdrage aan het duurzaam maken van je huishouden. 
  • Eet minder dierlijke en meer plantaardige producten. Dat zorgt voor minder broeikasgassen en landgebruik. Vlees en zuivel zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van het broeikaseffect van de Nederlandse landbouw. Vooral rundvlees en in iets mindere mate kaas scoren hoog. Wat veel effect heeft op de broeikasgasemissie is minder vlees eten en dit vervangen door peulvruchten, noten en vis. Een verschuiving van rundvlees naar kip heeft ook duidelijk duurzaamheidseffect. Bij keuze voor kip en ei spelen dierenwelzijn-aspecten een rol.
  • Eet peulvruchten, ongezouten noten en vis in plaats van (rood en bewerkt) vlees. Klimaatbelasting en energiegebruik van noten zijn gunstiger dan van vlees en vergelijkbaar met ei en iets minder gunstig dan peulvruchten. Pinda’s zijn het gunstigst, gevolgd door Europese soorten zoals kastanje, walnoot, hazelnoot en pistachenoot. 
  • Eet 1 keer per week vis, bij voorkeur vette vis. Kies daarbij de duurzame vissoorten. Duurzame vissoorten zijn te herkennen aan het MSC-keurmerk voor wilde of ASC-keurmerk voor kweekvis. De VISwijzer geeft aanvullende informatie. Haring, makreel en zalm zijn bijvoorbeeld een prima keuze. 
  • Vanuit duurzaamheidsperspectief is het raadzaam niet meer zuivel te gebruiken dan je nodig hebt. Daarbij gaat de voorkeur uit naar vloeibare zuivel, zoals melk of yoghurt in plaats van kaas, dat een hoge milieubelasting heeft. Sojadrink heeft een lagere milieu-impact dan melk, maar kan niet zomaar melk vervangen. Sojadrink is meestal van verantwoorde soja gemaakt, zodat het niet ten koste gaat van het regenwoud. 
  • Drink vooral kraanwater en (groene/zwarte) thee, in plaats van suikerhoudende dranken en alcohol. Vanuit duurzaamheid is het beste om kraanwater te drinken. Een tweede optie is thee of koffie. Warme dranken hebben met name door het koken van water een impact op energiegebruik. Voor thee is dat lager voor koffie. Alcoholische en suikerhoudende dranken zoals frisdrank en vruchtensappen hebben een hoge milieubelasting. Kies bij koffie en thee vanwege de arbeidsomstandigheden voor Fairtrade-Max Havelaar, Rainforest Alliance of Utz Certified-keurmerk.
  • Gebruik van dagelijks ruime hoeveelheden aardappelen, groente, fruit en graanproducten geven een lage klimaatbelasting, watergebruik en landgebruik. Geef de voorkeur aan milieuvriendelijke varianten van het seizoen. Goede groentekeus het hele jaar rond: bleekselderij, bloemkool, broccoli, ijsbergsla, koolrabi, prei, raapjes, radijs, rode biet, rode kool, spitskool, spruiten, tomaat, ui, wortelen, witlof, witte kool. En voor fruit: ananas, appel, banaan, druif, granaatappel, grapefruit, mandarijn, meloen, nectarine, peer, pruim, sinaasappel. Een duurzame teeltwijze is herkenbaar aan het duurzaamheidskeurmerk On the way to PlanetProof of biologisch keurmerk. De voedingswaarde van conserven (diepvries, glas, blik) is bijna hetzelfde als van verse groente. Buiten het seizoen kost het minder energie om voor conserven te kiezen dan voor kasgroenten en ingevlogen groenten. 
  • De manier waarop je eten bereidt, kan helpen om zuinig met energie om te gaan.

Etiket

Door op keurmerken op producten te letten, maak je duurzamere keuzes. Producten die duurzamer zijn geproduceerd bevatten meestal een keurmerk of logo. Denk aan On the way to PlanetProof, biologisch, Fair Trade/Max Havelaar en MSC (duurzaam gevangen vis).

Voorbeelden van keurmerken op het gebied van milieu:

Voorbeelden op het gebied van dierenwelzijn zijn

Voorbeelden op het gebied van arbeidsomstandigheden zijn

Duurzaamheidsaspecten

Er is geen verantwoorde methode om impact op mens, dier en milieu bij elkaar op te tellen tot één getal of indicator. Indien er een tegenstrijdigheid is tussen milieu en dierenwelzijn dan zal de consument zelf de afweging moeten maken. Alle individuele scores in één duurzaamheidsscore of keurmerk weer te geven is momenteel niet haalbaar. De ReCiPe-score is een geaccepteerde en in Nederland ontwikkelde levenscyclusanalysemethode (LCA) om meerdere milieuthema’s in één getal uit te drukken. Via een LCA kan de milieubelasting van een product worden berekend. Broeikasgassen kunnen als representatieve indicator worden gebruikt omdat er sterke samenhang is tussen indicatoren. De ecologische voedselafdruk is op dit moment de beste maat voor de bewustwording van de consumenten. Voor watergebruik wordt dit uitgedrukt in de waterfootprint. De meest relevante indicatoren zijn:

1. Broeikasgassen
2. Landgebruik
3. Ecologische voedselafdruk (een combinatie van broeikaseffect en landgebruik)
4. Watergebruik
5. (Fossiel) energiegebruik (gerelateerd aan broeikaseffect)
6. Vermesting en verzuring op regionaal niveau
7. Uitputting van grondstoffen, zoals fosfaat
8. Verlies van biodiversiteit

Biodiversiteit is bijvoorbeeld een relevante indicator voor productie van voedsel in of naast natuurgebieden. Voor vis is biodiversiteit toegepast in de VISwijzer