De spijsvertering is het losmaken, opnemen en omzetten
van voedingsstoffen in energie en bouwstenen voor het lichaam.
Het eten en
drinken dat door de mond het lichaam binnenkomt, wordt behandeld en in kleine
stukjes geknipt. Zodoende kan het lichaam alle voedingsstoffen via de darmen opnemen
in het bloed.
Hoe werkt onze spijsvertering?
Vanaf de mond tot de anus is voeding 24 tot 48 uur onderweg. Het voedsel
wordt klein gemalen, vermengd en voortgestuwd om zo de voedingsstoffen op te
nemen in het bloed. Hieronder staat per onderdeel kort weergegeven hoe dat
proces werkt.
Mond
In de mond komt het eten binnen. De tanden, kiezen en tong malen het eten fijn.
Doordat het vermengd raakt met speeksel is het gemakkelijk om het voedsel door
te slikken. In het speeksel zit een enzym (amylase) dat vast kan gaan inwerken op
het zetmeel. Als we aan eten denken komt er al speeksel vrij. Op een dag is dat
in totaal ongeveer een liter. En afhankelijk van wat we eten verandert de
samenstelling van het speeksel: eten we droog, dan komt er veel water bij, eten
we iets taais, dan komt er meer slijm bij.
Slokdarm
Na dat je het eten hebt doorgeslikt, komt het in de
slokdarm op weg naar de maag. Dat is een gespierde buis van ongeveer dertig
centimeter. Doordat er spieren omheen zitten kan de slokdarm kneden en wordt
het voedsel geleidelijk naar de maag geleid. Daarvoor moet het eten nog door een
sluitspiertje: de slokdarmsfincter. Deze kringspier zorgt er ook voor dat het
eten uit de maag niet meer terug omhoog komt.
Maag
In de maag komt het eten samen met het maagsap. Dit is heel zuur
en daarom is de binnenkant van de maag beschermd met een slijmvlies. Het maagsap
bevat onder andere spijsverteringsenzymen en daardoor komt de vertering van het
voedsel verder op gang. Het zoutzuur in het maagsap doodt bacteriën die we met
ons voedsel binnenkrijgen. De spieren aan de buitenkant van de maag kneden
bovendien de inhoud.
Dunne darm
De dunne darm zorgt ervoor dat voedingsstoffen die door de vertering beschikbaar
komen via de darmwand in het lichaam terecht komen. Dat gaat in een paar
onderdelen van de dunne darm. Het eten komt na de maag via een sluitspier uit
in de twaalfvingerige darm (duodenum). In dit deel komen er verteringssappen
uit de alvleesklier en galblaas bij. Daarna gaat het voedsel via de nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm
(ileum) als waterdunne vloeistof door naar de dikke darm. Doordat de wand van
de dunne darm sterk geplooid is, heeft het een groot oppervlakte. Dit is nodig
om er voor te zorgen dat de opname van voedingsstoffen goed
verloopt.
Alvleesklier
In de alvleesklier wordt alvleeskliersap gemaakt dat aan het begin van
de dunne darm wordt toegevoegd aan de voedselbrij. Hierin zitten verschillende
soorten spijsverteringsenzymen, bijvoorbeeld lipase voor de vertering van
vetten. In de alvleesklier wordt ook insuline gemaakt dat de suikerstofwisseling
regelt.
Galblaas
Op hetzelfde punt in de dunne darm komt galvloeistof bij
de voedselbrij uit de galblaas. Gal wordt gemaakt door de lever. Deze vloeistof
is vooral nodig om vetten te verteren.
Lever
Tot slot draagt ook de lever bij aan het
spijsverteringsproces. Dit orgaan maakt dus galvloeistof, maar staat via de
poortader ook vrij direct in contact met de darmen. Alle stoffen, die net zijn
opgenomen in het bloed, komen zo eerst langs de lever. De lever kan deze
stoffen dan verder behandelen of het lichaam in sturen.
Dikke darm, endeldarm en anus
Het waterige mengsel met onverteerbare voedselresten komt in de dikke darm
een mix van darmbacteriën tegen. De bacteriën zorgen ervoor dat de laatste
voedingsstoffen worden opgenomen. Bovendien onttrekt de dikke darm water en zouten
uit de dunne brij, zodat een soepele en toch vaste ontlasting ontstaat. Dit
wordt tijdelijk opgeslagen in de endeldarm net zolang tot je aandrang krijgt en
de ontlasting via de anus het lichaam verlaat.
Video over de spijsvertering
In dit filmpje over de spijsvertering wordt uitgelegd hoe je eten verteerd wordt door het lichaam. Je ziet de weg die een boterham aflegt 'van mond tot kont'.
Hoe zorg je voor een goede spijsvertering?
De volgende algemene adviezen gelden voor een goede spijsvertering:
- Drink elke dag 1,5 tot 2 liter water.
- Eet veel vezels. Er zitten onder andere veel vezels in volkorenproducten, groente en fruit. Bekijk tips om meer vezels te eten.
- Zorg voor een volwaardige voeding met voldoende variatie. De Schijf van Vijf is daarvoor een richtlijn.
- Goed kauwen helpt om het eten beter te verteren. Verzorg daarom je tanden en kiezen. Kunstgebitten moeten goed passen.
- De spijsvertering heeft tijd nodig, neem daarom rustig de tijd voor een maaltijd.
- Eet regelmatig en sla geen maaltijden over. Voor sommige mensen werkt het goed om 3 hoofdmaaltijden per dag te eten met enkele tussendoortjes. Andere mensen bevalt het bijvoorbeeld beter om 6 kleine maaltijden te gebruiken.
Voedingsadvies bij klachten
Wanneer iemand last heeft van bijvoorbeeld de maag of darm gelden de volgende algemene adviezen:
- Laat niet zomaar bepaalde voedingsmiddelen weg. Dat kan klachten juist in stand houden of zelfs verergeren. Ook kunnen hierdoor tekorten ontstaan aan bepaalde voedingsstoffen.
- Als je denkt dat bepaalde klachten veroorzaakt worden door een bepaald voedingsmiddel, bespreek dit dan met je huisarts of met een diëtist. Zij kunnen helpen te achterhalen of een voedingsmiddel werkelijk de oorzaak is van bepaalde klachten.
- Bij overgewicht kan afvallen een gunstig effect hebben op de klachten. Dat kan eventueel met hulp van een diëtist.
Meer informatie
Wil je weten hoeveel vezel je eet? Ga naar de vezeltest via www.vezeltest.info.
Op de site van de Maag Lever Darm Stichting vind je veel informatie over alles wat met de spijsvertering te maken heeft:
www.mlds.nl.