De lancering van het EAT-Lancet rapport (1) leverde wereldwijd veel publiciteit op. Aan dit grote project werkten 37 internationale wetenschappers mee. Via rekenmodellen kwamen zij tot een gezond en duurzaam menu voor 2050.
Het goede nieuws is dat het mogelijk is in 2050 10 miljard wereldbewoners gezond en duurzaam te voeden binnen de grenzen van de aarde. Het minder goede nieuws is dat er wel heel wat verandering nodig is om daar te komen. Maar daar hebben we nog 30 jaar de tijd voor. Nieuw is dat er voor het eerst een inschatting is gemaakt wat de ecologische grenzen voor de wereldwijde voedselproductie zijn. En wat blijkt, ze zijn scherp, maar haalbaar.
Er is een grote efficiëntieslag nodig, zodat er meer voedsel per hectare wordt geproduceerd. Verder moet de voedselverspilling worden gehalveerd. Maar dat is nog niet genoeg: we moeten ook anders gaan eten: minder dierlijk, meer plantaardig. En dat is ook de boodschap van de Gezondheidsraad (2).
Online kwam er van meerdere kanten kritiek op de voorstellen. Het menu zou extreem zijn, veganistisch, anti low-carb, deficiënt aan micronutriënten en bovenal geïnitieerd door de voedselindustrie (producenten van ultra-processed food), die een vinger in de pap zouden hebben in het Zweedse EAT forum, de initiatiefnemer. Maar dit zijn ongefundeerde tegenargumenten waarmee je dit degelijk en goed uitgevoerde onderzoek niet terzijde kan leggen. Een statement op de EAT-site beschrijft bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van de wetenschappers, want de studie is gefinancierd door het Britse Wellcome Trust. En het resultaat lijkt niet in het voordeel van de industrie: het menu bestaat, net als de Schijf van Vijf, bijna helemaal uit verse, of hooguit licht-bewerkte, voedingsmiddelen.
Het menu is ook niet veganistisch of extreem: het is typisch omnivoor: 3 keer per week vlees, 2 keer vis, 2 eieren en dagelijks bijna 2 porties zuivel (250 ml). Er is duidelijk nog ruimte voor dierlijke producten. Dit is in lijn met veel andere studies naar duurzame voedingspatronen (3).
De aanbevelingen van de commissie liggen heel dicht bij de huidige Schijf van Vijf (4). Zeker als je bedenkt dat de commissie boven- en ondergrenzen van productgroepen heeft berekend en benoemt dat dit wereldmenu kan worden aangepast naar cultuur, geografie en bevolkingsopbouw. De gemiddelden voor vis, peulvruchten en noten vallen wat hoger uit dan onze adviezen en de hoeveelheid vlees, zuivel, aardappelen en volkoren graanproducten vallen lager uit, maar met uitzondering van aardappels wel binnen de marges.
Als je zelf het EAT-Lancet-menu invoert in bijvoorbeeld de
Eetmeter kom je qua voedingstoffen heel redelijk uit: alleen calcium en vitamine B2 vallen te laag uit. En dat is een stuk beter dan de huidige situatie, waarin meer dan 800 miljoen wereldbewoners sterk ondervoed zijn. De waardes onder de aanbeveling zijn op te lossen met een extra portie zuivel, zoals yoghurt (binnen de geadviseerde marge van 500 ml zuivel). En het is – met 50 gram knolgewassen en 230 gram volkoren granen - niet heel koolhydraatrijk: ongeveer 40 energieprocent bestaat uit koolhydraten. Het is juist heel vetrijk met ongeveer 40 energieprocent vet. Dit betreft wel vooral gezonde onverzadigde vetten uit bijvoorbeeld vis en noten. De hoeveelheid verzadigd vet blijft onder de bovengrens van 10 energieprocent.
Maximaal 3 keer per week vlees roept weerstand op bij een deel van de criticasters, omdat ze vrezen voor tekorten. Of ze vinden dat dierlijke producten beter voor je zijn dan graanproducten. Sommige diëtisten pleiten voor ruime hoeveelheden vlees (boven de 500 gram per week die het Voedingscentrum aanbeveelt), ei en vis. Zij houden misschien geen rekening met het feit dat de armste helft van de wereld het dan zonder vlees moet doen en zich vooral moet redden met mais, rijst of cassave. Of dat de grenzen van de aarde zo geforceerd worden, dat er voor onze kleinkinderen geen vis meer over is.
Het elegante van het EAT-Lancet-menu is dat het een perspectief voor alle 10 miljard mensen biedt voor een gezond, duurzaam en gebalanceerd voedingspatroon. Een patroon dat in grote mate in lijn is met de huidige adviezen van de Gezondheidsraad en de Schijf van Vijf. Er zitten nog veel onzekerheidsmarges en schattingen in, maar het geeft wel een realistisch perspectief richting 2050. Tot die tijd is het alle hens aan dek om de wetenschappelijke onderbouwing scherper te krijgen en de voedingsadviezen nog verder toekomstproof te maken. Uiteindelijk is het de grootste uitdaging iedereen zo te laten eten.