Wanneer je kindje af en toe wat brood krijgt, kun je dat afwisselen met pap. Tot 1 jaar geef je nog geen gewone melk. Vanaf 6 maanden kun je ook af en toe pap geven. Je kunt pap klaarmaken met borstvoeding of
met opvolgmelk. Als je het met borstvoeding maakt, blijft de pap wat dunner door een enzym in de borstvoeding.
Welke pap kun je geven aan je baby?
Er zijn allerlei kant-en-klare, voorgekookte, fijne of grovere papgranen te koop. Begin altijd met pap van rijstebloem en stap langzaam over op een grovere soort, zoals tarwe. Lees meer over papsoorten die geschikt zijn voor baby's.
Hoe geef je pap aan je baby?
Strooi het pappoeder in borstvoeding of warme opvolgmelk en roer het goed door. Gebruik de aanwijzingen op de verpakking. Het is beter voor de mondmotoriek om de pap te geven met een lepel in plaats van een fles, ook wel "papfles" genoemd. Pap geven met een lepel gaat langzamer, waardoor de darmen van je baby meer tijd hebben om het te verwerken. Daardoor kan je baby minder snel last van buikpijn krijgen.
Als je de pap te dun vindt om te geven met een lepel, dan kun je minder melk bij het pappoeder doen.
Liever brood dan
papjes
Brood vervangen door pap kan, maar je kunt het beter niet te
vaak doen. Door brood te eten leert je kind namelijk beter kauwen. Zo ontwikkelen de mondspieren
zich beter, wat ook belangrijk is voor de spraakontwikkeling van je kind.