Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Voedingsnormen

Voedingsnormen zijn aanbevelingen voor de hoeveelheid voedingsstoffen die gezonde mensen nodig hebben. De Gezondheidsraad stelt deze normen voor Nederland vast.

Deze voedingsnormen geeft de Gezondheidsraad meestal als aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Als er geen ADH te geven is, dan laat de adequate inname (AI) zien hoeveel van een voedingsstof voldoende is. 

Er bestaat ook een aanvaardbare bovengrens. Wanneer je deze grens overschrijdt krijg je meer van een voedingsstof binnen dan gezond is.

Wat zijn voedingsnormen?

Voedingsnormen geven aan hoeveel voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen, gezonde mensen nodig hebben om goed te functioneren en chronische ziektes te voorkomen. In Nederland stelt de Gezondheidsraad deze vast. Voedingsnormen wordt vastgesteld voor verschillende leeftijdsgroepen en uitgesplitst naar geslacht. Jonge kinderen hebben vanwege hun lagere lichaamsgewicht vaak minder voedingsstoffen nodig. Mannen hebben vaak meer nodig dan vrouwen.

Wat is het doel van voedingsnormen?

Voedingsstoffen zijn nodig om allerlei processen in het lichaam te regelen. Het is belangrijk voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen om een goede gezondheid te behouden en chronische ziekten te voorkomen. Vroeger waren voedingsnormen alleen bedoeld om tekorten tegen te gaan. Denk bijvoorbeeld aan een tekort aan vitamine C dat scheurbuik veroorzaakt. Vanaf het jaar 2000 neemt de Gezondheidsraad bij het vaststellen van de normen ook de relatie tussen de inname van voedingsstoffen en het voorkomen van chronische ziekten mee.

Hoe worden voedingsnormen opgesteld?

Bij voorkeur is de gemiddelde behoefte het uitgangspunt om de normen vast te stellen. Voor het grootste deel van de bevolking wordt hieruit de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) afgeleid als [gemiddelde behoefte + (2 x standaardafwijking)]. Als er geen gemiddelde behoefte bekend is kan een adequate inname (AI) worden bepaald. Er is ook een bovengrens opgesteld, de aanvaardbare bovengrens. Een overschrijding hiervan kan nadelige effecten hebben op de gezondheid.   

Bij het opstellen van nieuwe voedingsnormen streeft de Gezondheidsraad naar harmonisatie binnen de Europese Unie, dus dat de normen in heel Europa zoveel mogelijk hetzelfde zijn. Daarom worden de normen van de Europese Veiligheidsautoriteit (EFSA) geëvalueerd, en bepaalt de Gezondheidsraad of deze normen ook voor Nederland gelden.

Welke voedingsnormen gelden in Nederland?

In 2018 heeft de Gezondheidsraad de normen voor vitamines en mineralen voor volwassenen van 18 jaar en ouder herzien. De raad heeft hierbij gekeken of er bezwaren bestaan tegen het overnemen van de EFSA-normen. Hierbij is de Nederlandse situatie en de mate van onderbouwing van de normen meegenomen. De Gezondheidsraad heeft onderscheid gemaakt tussen sterker onderbouwde normen en zwak onderbouwde normen. Zwak onderbouwd betekent dat er te weinig gegevens beschikbaar zijn om een goede norm te kunnen afleiden. Op basis van de beschikbare gegevens ziet de Gezondheidsraad geen reden tot zorg: in Nederland lijken tekorten van deze voedingsstoffen niet voor te komen. Normen met een zwakke onderbouwing moeten niet als streefwaarde gebruiken.

In 2021 heeft de Gezondheidsraad de normen voor vitamines en mineralen voor zwangeren herzien. Voor zwangeren is gekeken naar de bewijskracht voor de (extra) behoefte die nodig is tijdens de zwangerschap, en op basis daarvan bepaald of de normen toepassing verdienen.

In de komende jaren gaat de Gezondheidsraad de voedingsnormen herzien voor alle andere bevolkingsgroepen. Tot die tijd gelden hiervoor de tijdelijke voedingsnormen uit 2014.

Hoe pas je de voedingsnormen toe?

Voedingsnormen zijn aanbevelingen. Hoeveel voedingsstoffen je nodig hebt om gezond te blijven verschilt van persoon tot persoon. Voor de meeste mensen is de werkelijke behoefte lager dan de aanbeveling. 

Om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen, is het voor iedereen goed om de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) of de adequate inname (AI) na te streven. De ene dag krijg je meer binnen van een voedingsstof dan de andere dag. Over een periode van 1 tot 2 weken krijg je door voldoende variatie van alle verschillende voedingsstoffen voldoende binnen.   

Als de inname veel lager is dan de ADH of AI neemt de kans op tekorten toe. In online eetdagboek ‘Mijn Eetmeter’ binnen Mijn Voedingscentrum kun je bekijken hoeveel voedingsstoffen je binnenkrijgt. Om vast te stellen of er sprake is van een tekort, is onderzoek bij een arts nodig.