Na de oorlog nam vlees eten een vlucht. De welvaart steeg en daarmee ook de hoeveelheid vlees op het bord. Dit terwijl veel vlees eten helemaal niet zo goed is voor je gezondheid en het milieu. En dat dringt steeds meer door. Een korte geschiedenis van de jaren 50 tot nu.
Jaren 50: noodzakelijke luxe
In de eerste versie van de Schijf van Vijf uit 1953 staan ‘kaas en vlees of vis of ei of peulvruchten’. Mensen krijgen het advies hiermee te variëren. Niet alleen voor de gezondheid, maar ook omdat vlees dan nog duur is. Vlees is een luxeproduct. Iets voor speciale gelegenheden. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving at een Nederlander in 1950 gemiddeld 17 kilo vlees per jaar.
Ondanks de hoge prijs zijn mensen huiverig om 100% vegetarisch te eten. Ook de voorlichting is daarin lange tijd terughoudend. Omdat het Voorlichtingsbureau voor de Voeding (de voorloper van het Voedingscentrum) vreesde dat mensen dan te weinig eiwitten zouden binnenkrijgen. En bij het brede publiek leefde het hardnekkige idee dat vlees en vis onmisbaar waren voor het menu. Zonder vlees dreigt bloedarmoede en kunnen kinderen niet veilig groot worden, zo was een diepgewortelde angst.
Jaren 70: geen vlees eten kan!
Hoe ongewoon geen vlees eten nog is, blijkt uit een receptenboekje dat het bureau uitbrengt in de jaren zeventig. ‘Eten zonder vlees kan dat?’ luidt de wat sceptische titel. Maar de omslag is gaande. Een paar jaar later is het al: ‘Vegetarisch eten, ja dat kan!’
In 1972 komt een internationale groep wetenschappers - beter bekend als De Club van Rome - met een verontrustende boodschap: ‘Als we op de ingeslagen weg zullen doorgaan, dan wordt een catastrofe onvermijdelijk. De combinatie van overbevolking, toenemende milieuverontreiniging en uitputting van grondstoffen zal de mensheid te gronde richten’, concludeerde de club in zijn rapport De Grenzen aan de Groei. Met het verschijnen van het rapport neemt het bewustzijn toe dat de huidige (vlees)consumptie kan leiden tot problemen in de toekomst.
Jaren 80: de bio-industrie
Een groot succesnummer in de tweede helft van de jaren 80 is de brochure ‘Eet bewust... minder vlees’. Hiervan worden in korte tijd 50.000 exemplaren verspreid. De behoefte aan informatie over dit onderwerp is enorm, blijkt al aan het begin van het decennium. Niet zo vreemd in een periode waarin het economisch minder goed gaat én steeds meer mensen bewust willen leven. Ook is dit de tijd dat de bio-industrie groot wordt.
Uit onderzoek van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding blijkt weerstand tegen de bio-industrie de meest genoemde reden om bijna of helemaal geen vlees meer te eten. Onder gevorderde vegetariërs zijn er meer die vinden dat de mens niet het recht heeft om dieren te doden. Gezondheids- en financiële redenen spelen vooral een rol bij de beginners.
In de maaltijdschijf van 1981 is de boodschap: eet vooral veel plantaardig.
Jaren 90: ook de politiek wil meer plantaardig
Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij besluit dat de voedselvoorlichting zich verder moet verbreden. Het moet niet langer alleen om de meest gezonde en veilige voeding gaan. Maar ook om de kwaliteit van de voedingsmiddelen, de manier van produceren, en de effecten van de consumptie op het milieu.
Voedingsvoorlichters moeten de consument het ‘goede milieuspoor’ wijzen. En dat houdt óók in: wijzen op de voordelen van een eetpatroon met minder of geen vlees. Geen gemakkelijke taak, vooral omdat er op milieugebied nog veel onzekerheden zijn en er tegenstrijdige informatie is. Daarbij komt dat het vegetarische aanbod op dat moment nog beperkt is.
Het nieuwe millennium: de omslag
Toch bleef de gemiddelde vleesconsumptie stijgen tot 2010. Toen aten Nederlanders gemiddeld 39,5 kilo vlees per persoon per jaar, ruim 20 kilo meer dan een halve eeuw ervoor. Sinds 2010 neemt de vleesconsumptie gemiddeld af, al stagneert het wat sinds 2016.
Inmiddels noemt meer dan de helft van de Nederlanders zich flexitariër en zeggen steeds meer mensen minder vlees te eten. Als flexitariër eet je op sommige dagen geen vlees. Het inzicht dat de Club van Rome al in 1972 deelde - dat er grenzen zijn aan wat de aarde aankan - dringt steeds meer door. Dat zie je ook aan de verkoop van vleesvervangers die inmiddels volop beschikbaar zijn. Nergens in Europa kopen mensen meer vleesvervangers dan hier.
Het Voedingscentrum paste in 2016 de Schijf van Vijf aan. Daarin kwam de nadruk te liggen op meer plantaardig en minder vlees eten. Voor het eerst kwam er een maximumadvies voor vlees. Namelijk om niet meer dan 500 gram vlees in de week te eten, waarvan maximaal 300 gram rood vlees . En minder of geen vlees kan ook prima.
Het is niet nodig om vlees helemaal links te laten liggen. Niet alle landbouwgrond is geschikt voor het verbouwen van producten die mensen kunnen eten. Er blijft plek voor dieren in de voedingsindustrie en voor vlees op ons menu.
In recent onderzoek zegt ongeveer 4 op de 10 Nederlanders (38%) bewust minder vlees eten. Nog eens 5% heeft plannen om hier binnenkort mee te starten. Verder heeft 1 op de 5 Nederlanders (20%) weleens nagedacht over minder vlees eten, maar hier (nog) geen actie op ondernomen.
Cultuurverandering
Sinds de jaren 60 hebben we er 50 jaar over gedaan om de vleesconsumptie te verdubbelen, dus het duurt even voor zo’n cultuur is veranderd. Maar dat die verandering gaande is: dat is onmiskenbaar!
Lees meer over (minder) vlees eten
En bekijk onze andere geschiedenis-artikelen