Het eten van meer plantaardige eiwitten en minder dierlijke eiwitten levert winst op voor het milieu. Ook is het goed voor de gezondheid van de meeste Nederlanders. Dat concludeert een speciale commissie van de Gezondheidsraad die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar het opschuiven naar een eetpatroon waarbij we meer eiwitten halen uit plantaardige producten dan uit dierlijke producten. Dit noemen we ook wel de 'eiwittransitie'.
Gemiddeld halen Nederlanders nu zo'n 43% van de eiwitten uit plantaardige bronnen (denk aan granen, noten en peulvruchten). De rest komt uit dierlijke bronnen (bijvoorbeeld vlees, vis, zuivel en ei). Er zijn verschillende partijen die vanuit milieuoogpunt een verschuiving naar 60% plantaardig eiwit adviseren. De overheid heeft daarom de Gezondheidsraad gevraagd om onderzoek te doen naar de effecten van zo’n eetpatroon op het milieu en de gezondheid.
Positieve effecten op het milieu
Uit het onderzoek blijkt dat opschuiven naar een eetpatroon met 60% plantaardige eiwitten de milieu-impact van onze voedselconsumptie met 25% verlaagt. Dit geldt zowel voor de uitstoot van broeikasgassen als voor het landgebruik. Om de klimaatdoelstellingen te halen is het wel belangrijk dat er naast de eiwittransitie ook minder voedsel wordt verspild en we niet meer eten dan we nodig hebben.
Geen tekort aan voedingsstoffen
Het onderzoek laat ook zien dat zo’n verschuiving in het eetpatroon de gezondheid van de meeste Nederlanders goed doet. Zo verlaagt het eten van meer plantaardige producten als volkoren granen, groente, fruit, noten en peulvruchten het risico op chronische ziekten, net als het minder eten van rood vlees en bewerkt vlees. Daarnaast krijg je met een meer plantaardig voedingspatroon meer vezels en minder verzadigd vet binnen.
Ook is het goed mogelijk om een meer plantaardig eetpatroon zo in te vullen dat er geen tekorten aan voedingsstoffen ontstaan.
Bepaalde groepen zouden zich wel goed moeten (laten) informeren als ze meer plantaardig willen eten, zegt de Gezondheidsraad. Dit zijn zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en mensen die minder eiwitten en energie binnenkrijgen via hun voeding, bijvoorbeeld door ziekte of een kwetsbare gezondheid.
Meer plantaardig met de Schijf van Vijf
Het goede nieuws is dat je met de Schijf van Vijf al meer plantaardig en minder dierlijk eet dan hoe de meeste Nederlanders nu eten. Je komt namelijk uit op een 50/50-verhouding als je niet meer dan 500 gram vlees per week eet, en niet meer zuivel en andere dierlijke producten neemt dan je nodig hebt.
Verder opschuiven kan ook met de Schijf van Vijf. Bijvoorbeeld als je geen vlees neemt of maximaal 200 gram per week. Vlees kun je goed vervangen door peulvruchten (bijvoorbeeld kikkererwten, bonen, linzen), ongezouten noten, tofu of tempé. Als je dan nog wel de aanbevolen hoeveelheden zuivel, ei en vis neemt, zit je al (heel dicht) op 60% plantaardig. Bekijk meer voorbeelden.
Natuurlijk gaat het uiteindelijk om je totale eetpatroon, dus ook om de keuzes die je maakt buiten de Schijf van Vijf. Vleeswaren tellen bijvoorbeeld ook mee voor de hoeveelheid vlees die je eet en in veel producten wordt bijvoorbeeld ei verwerkt.
Advies verder verwerken
Een aantal zaken uit het advies van de Gezondheidsraad willen wij verder verwerken in onze adviezen op de website, in de materialen en tools. Hier zullen we begin 2024 aan werken.
Wil je voor nu meer weten over meer plantaardig eten en hoe de eiwittransitie eruit kan zien op je bord? Bekijk dan onderstaande pagina’s.
Tips om meer plantaardig te eten
Hoe kan een eetpatroon met 60% plantaardig eiwit eruit zien?