Wat zijn andere problemen met stikstof?
Op diverse plekken in Nederland is de concentratie reactieve stikstof te hoog. Mensen kunnen bijvoorbeeld ademhalings- en luchtwegklachten krijgen door te hoge NO2-concentraties, denk hierbij aan fijnstof afkomstig van het verkeer. Water kan vervuild raken door uitspoeling van nitraat uit landbouwgronden. Distikstofoxide heeft een negatieve invloed op het klimaat. En te veel neerslag van stikstof leidt tot een afname van de biodiversiteit: bepaalde planten en dieren kunnen verdwijnen.
Bevolkingsgroei en welvaart leiden tot meer productie van energie, voedsel en afval. Hierdoor ontstaat er ook meer stikstof, met schadelijke gevolgen voor milieu, gezondheid, natuur en klimaat.
Hoe komt stikstof in het milieu terecht?
Er zijn natuurlijke bronnen van reactieve stikstof, zoals vulkanen, bosbranden en blikseminslag. Ook zijn er door de mens veroorzaakte ontstaanswijzen, zoals het gebruik van fossiele brandstoffen (stikstofoxide) en de landbouw (ammoniak).
Het overgrote deel van de reactieve stikstof komt uit de veeteelt (meer dan 80%), bijvoorbeeld via krachtvoer en kunstmest. Dit zorgt voor uitstoot van ammoniak, nitraat en distikstofoxide. Maar ook door (vlieg- en weg)verkeer, industrie en huishoudens komt veel reactief stikstof in het milieu terecht.
Stikstofverbindingen uit mest en urine worden door bacteriën afgebroken en komen als ammoniak in de lucht. Ammoniak komt voor een groot deel van veeteelt. Een ander deel van de reactieve stikstof - nitraat - kan via uitspoeling in het grondwater komen.
Beide stoffen komen via de lucht door neerslag elders terecht. Bijvoorbeeld in natuurgebieden, in de grond of het water. Ze kunnen in de lucht ook bijdragen aan fijnstof, dat een schadelijk effect heeft op menselijke gezondheid.
Planten kunnen reactieve stikstof opnemen uit de lucht en via regen- en grondwater. De bodem neemt ook reactief stikstof op. In natuurgebieden kan dat een probleem zijn. Bijvoorbeeld als sprake is van ecosystemen die thuishoren op ‘arme gronden’, dus met een niet-voedselrijke bodem. Kenmerkende plantensoorten voor die ecosystemen worden verdrongen door meer algemene soorten. Daardoor wordt het evenwicht in het ecosysteem verstoord en verdwijnen de karakteristieke planten- en dierensoorten.
Welke bijdrage levert de productie en consumptie van voedsel aan stikstof?
De landbouw, voornamelijk de productie van voedsel, is verantwoordelijk voor 61% van de totale uitstoot van reactieve stikstof in de lucht. Dit komt voornamelijk door de uitstoot van ammoniak (52%) vanuit mest. En in mindere mate door de uitstoot van stikstofoxiden vanuit kassen, mesttoediening en landbouwwerktuigen (9%). Daarnaast dragen wegverkeer (15%), industrie (9%), niet-wegverkeer zoals vliegen (6%) en huishoudens en kantoren (6%) ook flink bij aan de totale stikstofuitstoot in Nederland. Van wat neerslaat komt 46% uit de landbouw.
Als consument zorg je gemiddeld voor zo’n 25 kilo stikstofuitstoot per jaar. Dit gebeurt voornamelijk via de productie en consumptie van je voedsel: 22 kilo. En dan met name vlees en zuivel. De rest via autorijden, vliegen en energiegebruik in huis.
Hoe kun je als consument je impact beperken?
Levende wezens hebben stikstof nodig om eiwit te maken. Toch kun je je impact op het milieu beperken. Je ontwikkelt een voedingspatroon met een lage stikstofuitstoot door:
- minder dierlijke producten te eten (zoals rundvlees en varkensvlees)
- niet meer zuivel te consumeren dan je nodig hebt (zoals melk)
- meer plantaardig eiwitrijk voedsel te eten (zoals aardappelen, graanproducten en peulvruchten)
Bekijk onze tips om meer plantaardig te eten.
Halvering van de vlees- en zuivelconsumptie zorgt voor 40% daling van de reactieve stikstofuitstoot van je voedingspatroon. Voor eiwit uit rundvlees is namelijk 25 keer meer stikstof nodig dan voor eiwit uit graan. Voor varkensvlees, kip, eieren en zuivel is dit ook hoger, namelijk 3 tot 8 keer. Peulvruchten zitten maar op de helft van granen. Gemiddeld eten mannen per week 400 gram meer vlees dan aanbevolen, en vrouwen ruim 100 gram. Als iedereen eet volgens de Schijf van Vijf, levert dit dus minder stikstofuitstoot op.
Je kunt ook kijken waar je voedsel vandaan komt. Als het lokaal geproduceerd is, levert dat meestal minder NOx op omdat er minder transport nodig is. Bij biologisch voedsel wordt er geen kunstmest gebruikt, daardoor ontstaat er minder stikstof.