Menu
Zoek

Hoe kies je een geschikt recept voor jouw klas?

Ga je koken met je klas? Als je een recept kiest is het handig om met een aantal factoren rekening te houden, zoals de leeftijd van je leerlingen en hoeveel hulp er is tijdens het koken. Hieronder lopen we de belangrijkste factoren langs en geven we handige tips.

Leeftijd van leerlingen

De leeftijd van je leerlingen is belangrijk om mee te nemen als je een recept kiest. Bijvoorbeeld als het gaat om hun motorische vaardigheden, maar ook om veiligheid. Kinderen uit groep 1 en 2 kunnen andere dingen maken dan leerlingen van groep 8. En leerlingen op de middelbare school kunnen al vrij zelfstandig aan de slag.

Hieronder hebben we per leeftijdscategorie op een rijtje gezet met welke kooktechnieken/handelingen jouw leerlingen aan de slag kunnen. NB: het overzicht per leeftijd is niet volledig, oudere leerlingen kunnen natuurlijk ook taken doen die bij jongere leerlingen in het rijtje staan.

Onderbouw, groep 1-2 (4-6 jaar)
  • Ingrediënten wassen, afwegen en mengen
  • Roeren en husselen
  • Kneden van deeg
  • Zachte groente en fruit snijden, zoals tomaat en banaan, met een boterham of smeermes. (Snijd groente en fruit van te voren al in kleinere stukken)
  • Zeven
  • Kruiden knippen in plaats van snijden met een mes. (Geschikt voor de oudere kinderen die al een schaar kunnen gebruiken)
sluiten
Onderbouw, groep 3 (6-7 jaar)
  • Zachte groente en fruit snijden met een aardappelschilmesje
  • Ingrediënten kloppen met een mixer of garde
  • De basis van bakken in de pan of oven. Laat bijvoorbeeld zien hoe je een pan heet laat worden, of hoe je in de oven kan zien wanneer een brood gaar is.
  • Vijzel (specerijen fijn maken)
  • Blenden 
sluiten
Middenbouw, groep 4-5 (7-9 jaar oud)
  • Persen (knoflook, citrusvruchten)
  • Raspen (kaas, schil van citroen/sinaasappel/limoen/mandarijn)
  • Snijden (mes vasthouden, samen kijken welk mes hoort bij welke soort groente/fruit/kruiden)
  • Hardere groenten snijden, zoals wortel, zoete aardappel en pastinaak
sluiten
Bovenbouw, groep 6-7 (9-11 jaar)
  • Schoonmaken en snijden van ‘ingewikkeld’ groente en fruit. Denk aan bloemkool, broccoli, spruitjes of boerenkool. Groente en fruit met een harde kern zoals mango, avocado en ananas, of met veel pitjes zoals meloen, paprika of granaatappel.
  • Bakken in de pan of oven. Bijvoorbeeld het verschil tussen bakken (hoog vuur) en braden (langer op lagere temperatuur). Laat leerlingen zelf - onder begeleiding - controleren of een brood gaar is.
sluiten
Bovenbouw, groep 8 (11-12 jaar)
  • Schoonmaken en snijden van 'ingewikkelder' groente en fruit. Harde groenten zoals pompoen, knolselderij, rode kool, witte kool, spitskool, koolrabi. En bijvoorbeeld maïs.
  • Stomen (bijvoorbeeld groente als broccoli)
  • Stoven
sluiten
Voortgezet onderwijs (12 jaar en ouder)
Deze groep kan - met goede begeleiding - al de bovenstaande technieken/handelingen zelfstandig toepassen.
sluiten

Aantallen leerlingen

Houd bij het kiezen van een recept rekening met het aantal leerlingen waarmee je gaat koken. Een recept moet voldoende handelingen bevatten om iedereen aan het werk te zetten. Een recept waarbij veel groente moet worden gesneden, zoals een maaltijdsalade of -soep, kan bijvoorbeeld handig zijn. Je kunt ook verschillende recepten koken, zodat iedereen in de klas genoeg te doen heeft.

Bedenk wel: hoe meer recepten je gaat koken hoe ingewikkelder het aansturen van je leerlingen wordt. Begin daarom met recepten die je zelf goed kan maken, of makkelijk kunt onthouden.

Hulp bij koken op school

Heb je hulp, bijvoorbeeld van een (gast)docent of ouders, of doe je het alleen? Bedenk dat de hoeveelheid hulp die er is ook bepaalt hoeveel leerlingen er tegelijkertijd kunnen koken. Het advies is om op de basisschool 1 volwassene te hebben per:

  • 5 leerlingen in de onderbouw
  • 6 leerlingen in de middenbouw
  • 8 leerlingen in de bovenbouw

Op het voortgezet onderwijs is het advies om in de onderbouw 1 volwassene een groep van 16 leerlingen te laten begeleiden. In de bovenbouw kan 1 volwassene per klas voldoende zijn qua begeleiding. Al komen extra handen natuurlijk altijd van pas bij het klaarzetten en opruimen van de spullen.

Hoeveelheden aanpassen

Als je een recept maakt hoef je de hoeveelheden niet altijd aan te passen naar het aantal leerlingen. Zeker niet wanneer je verschillende recepten maakt. Met een recept voor 4 personen kun je bijvoorbeeld een klas van ongeveer 30 leerlingen laten proeven. Bij een recept wordt uitgegaan van een portie voor een volwassen persoon.

Tijdsduur

Het is handig om een recept te kiezen waarvan de bereidingstijd maximaal 30 minuten is. Op die manier houd je nog tijd over voor uitleggen, schoonmaken en opruimen. Dat kost vaak ook nog eens 30 minuten. Houd in gedachten dat een recept maken met je leerlingen doorgaans twee keer zolang duurt dan wanneer je het zelf zou doen.

Kookgerei kiezen

Kies een recept waarbij je geen ingewikkeld kookgerei of keukenmachines nodig hebt. Voor leerlingen zijn alle handelingen die ze zelf kunnen doen juist heel leuk en leerzaam. Dus laat ze bijvoorbeeld zelf kloppen met een garde in plaats van met een mixer, laat ze raspen met een handrasp in plaats van met een keukenmachine en laat ze kneden met de hand in plaats van met een keukenmachine.

Natuurlijk zijn sommige keukenmaterialen of -machines wel echt nodig, zoals een oven, kookplaat of grillijzer. Ook een staafmixer of blender kan van pas komen om iets te pureren. Misschien heb je niet alles beschikbaar op jouw school? Kies een ander recept, of laat bijvoorbeeld leerlingen materialen meenemen van huis.

Deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met Jong Leren Eten en School of Food.

Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.