Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Bacteriën

Bacteriën zijn eencellige organismen die je met het blote oog niet ziet. Sommige bacteriën heb je nodig, voor bijvoorbeeld de spijsvertering. Er bestaan ook bacteriën die ziekte veroorzaken. 

In eten kunnen goede bacteriën en ziekmakende bacteriën voorkomen. Ziekmakende bacteriën kunnen een voedselinfectie veroorzaken. De meeste voedselinfecties komen door het eten van dierlijke producten, zoals vlees, vis, ei en zuivel. Vooral als je deze rauw eet. Maar ook op andere producten zoals groente en fruit kunnen bacteriën zitten. 

Hygiënisch omgaan met eten verkleint het risico op een voedselinfectie.

Omschrijving

Bacteriën zijn eencellige micro-organismen. Micro-organismen zijn zo klein dat je ze alleen onder een microscoop kunt zien. In eten kunnen goede bacteriën en ziekmakende bacteriën zitten. Ziekmakende bacteriën in eten zie, ruik of proef je niet.

Bacteriën zijn overal. Alleen al in menselijke darmen leven miljarden bacteriën, verdeeld over honderden soorten.

Voortplanting

Bacteriën kunnen zich snel vermeerderen. Dat doen ze door zich in tweeën te delen. Deze twee nieuwe bacteriën delen zich vervolgens weer in tweeën. Zo kunnen er bij kamertemperatuur uit één enkele bacterie in ongeveer 7 uur miljoenen bacteriën ontstaan. De volgende omstandigheden zijn hier ideaal voor:
  • Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood.
  • Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt. Vlees, kip, groente, fruit, salade en toetjes zijn uitstekende voedingsbronnen voor bacteriën. 
  • Een vochtige omgeving.

Sporen

Sommige bacteriën kunnen sporen vormen. Een spore is een soort slaaptoestand van de bacterie met als belangrijkste doel het overleven van ongunstige omstandigheden zoals hitte en droogte. Zodra de omstandigheden gunstig zijn, kan de spore ontkiemen en uitgroeien tot een normale cel die weer kan gaan groeien. Voorbeelden van bacteriën die sporen kunnen vormen zijn Bacillus cereus en Clostridium perfringens.

Gezondheidseffecten

Goede bacteriën

Sommige bacteriën heb je nodig. In darmen zitten bijvoorbeeld goedaardige bacteriën die helpen bij de spijsvertering. In yoghurtdrankjes kunnen ook goedaardige bacteriën zitten.

Ziekmakende bacteriën

Ziekmakende bacteriën kunnen een voedselvergiftiging of een voedselinfectie veroorzaken. Ziekmakende bacteriën kun je niet zien of ruiken. Het eten bederft niet door deze bacteriën en alleen een laboratoriumtest kan aantonen dat ze erin zitten. 
 
De meest bekende ziekmakende bacteriën in eten zijn: 

Staphylococcus aureus en Clostridium perfringens zorgen jaarlijks voor de meeste ziektegevallen, maar de ziekteverschijnselen zijn vaak mild. Campylobacter en salmonella veroorzaken minder ziektegevallen, maar de klachten zijn vaak ernstiger. 

Bij sommige ziekmakende bacteriën zijn de risico’s groter. Zo kan Listeria monocytogenes bij zwangeren een miskraam veroorzaken of andere ernstige ziekten zoals hersenvliesontsteking. Clostridium botulinum kan het zeer giftige botuline produceren, waardoor je verlammingsverschijnselen kan krijgen. Gelukkig komt dit maar zeer weinig voor. 

Sommige bacteriën produceren enzymen die ervoor kunnen zorgen dat antibiotica niet aanslaan. Dit zijn antibiotica-resistente bacteriën. Een voorbeeld van zo’n enzym is Extended Spectrum Beta Lactamase (ESBL).

Risicogroepen

Eten dat door ziekmakende bacteriën besmet is maakt niet iedereen (even) ziek. Dit heeft te maken met je weerstand. Zwangeren, jonge kinderen, ouderen en mensen die al ziek zijn of met een verzwakte afweer, zijn gevoeliger voor een voedselinfectie. Ook kunnen de gevolgen ernstiger zijn voor hen. Ouderen hebben bijvoorbeeld sneller last van uitdroging en bij zwangeren kan een infectie door listeria monocytogenes in zeer uitzonderlijke gevallen leiden tot een miskraam. Voor deze  kwetsbare groepen is hygiënisch werken extra belangrijk en zijn er soms specifieke voedingsadviezen.   

Veiligheid

De meeste voedselinfecties komen door het eten van dierlijke producten, zoals vlees, vis, ei en zuivel. Vooral als je deze rauw eet. Maar ook op andere producten zoals groente en fruit kunnen bacteriën zitten. 

Wetgeving

In de hele voedselketen, van boer tot verkoper van voedsel, gelden strenge hygiënemaatregelen om te voorkomen dat bacteriën in eten terechtkomen. De fabrikant moet ervoor zorgen dat het product veilig is. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt hier toezicht op. Ondanks alle strenge eisen komt het wel voor dat een product met een ziekmakende bacterie in de winkel ligt. Als dit ontdekt wordt dan worden de producten uit de winkel gehaald, een zogenaamde recall.

Etiket

Volgens de Warenwet moet op het etiket van kip en kalkoen de volgende mededeling staan: “Let op, geef schadelijke bacteriën geen kans. Zorg daarom dat deze bacteriën niet via de verpakking, uw handen of het keukengerei in uw eten terechtkomen. Maak dit vlees door en door gaar om deze bacteriën uit te schakelen.” 

Voedingsadvies

Om een voedselinfectie te voorkomen gelden de volgende adviezen:
  • Houd alles schoon en droog. 
  • Was je handen goed en regelmatig.
  • Was groente en fruit grondig onder stromend water en houd je omgeving schoon.
  • Scheid rauw en bereid voedsel. Gebruik niet dezelfde snijplank voor rauw vlees als voor je rauw te eten groente.
  • Verhit je eten goed. Dit geldt vooral voor dierlijke producten als vlees, vis en ei. Verhit ook restjes door en door.
  • Koel bederfelijke eten goed. Zet de koelkast op 4 °C.
  • Let op bij wat je koopt. Let op versheid, houdbaarheidsdatum en bereiding- en bewaaradviezen.
  • Bekijk ook onze 5 x veilig-kaarten.

Meer informatie

Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu: www.rivm.nl
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit:  www.nvwa.nl
European Food Safety Authority: www.efsa.europa.eu
Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.