Een voedselinfectie ontstaat door het eten van voedsel met een ziekmakende hoeveelheid bacteriën, parasieten
of virussen.
Het uit zich meestal met heftige buikkrampen en
diarree, soms in combinatie met overgeven. In uitzonderlijke gevallen kunnen de gevolgen ernstiger zijn.
Een voedselinfectie is te voorkomen door eten goed te bewaren, vlees, kip, vis en eieren goed te verhitten en door hygiënisch te werken in de keuken.
Omschrijving
Voedselinfecties worden veroorzaakt door eten met een ziekmakende
hoeveelheid bacteriën, parasieten of virussen. Bij een voedselinfectie komt de
bacterie of het virus in de darm terecht. Dit prikkelt of tast de darmwand aan.
De bacterie of het virus kan nog enige weken in de ontlasting voorkomen
waardoor een slechte hygiëne ook anderen kan besmetten.
Een voedselinfectie is iets anders dan een voedselvergiftiging. Bij een voedselvergiftiging zijn giftige stoffen
gemaakt door bacteriën of schimmels de oorzaak.
Gezondheidseffecten voedselinfectie
Klachten
Enkele uren tot 2 dagen na besmetting ontstaan heftige buikkrampen en
diarree. Soms gaat dit samen met overgeven. Overgeven door verkeerd eten is meestal na een dag over. De klachten duren tussen 2 tot 9 dagen, gemiddeld 4 dagen. In zeldzame gevallen kan een voedselinfectie leiden tot ernstige complicaties zoals hersenvliesontsteking, acuut nierfalen (HUS) of neurologische aandoeningen zoals het Guillain-Barré syndroom.
Behandeling
Ondanks de soms heftige symptomen is behandeling vaak niet nodig. In geval van complicaties kan het nodig zijn dat antibiotica gebruikt moet worden. Het is aan te raden naar de dokter te gaan als er naast diarree ook sprake is van koorts, bloed en slijm in de ontlasting, heftig braken of uitdrogingsverschijnselen, zoals weinig plassen, erge dorst en sufheid.
Als kleine kinderen door veel en langdurig braken weinig vocht binnenkrijgen, is het zeker aan te raden naar de huisarts te gaan.
Risicogroepen
Kleine kinderen, ouderen, zwangeren en mensen met een verminderde weerstand zijn het meest kwetsbaar voor een voedselinfectie. Bij hen kunnen
de gevolgen ernstiger zijn.
Voedselinfectie voorkomen
Een voedselinfectie kan voorkomen worden met de volgende adviezen:
- Zorg voor schone handen
- Voorkom kruisbesmetting
- Houd alles schoon en droog
- Koel eten goed
- Gooi eten op tijd weg
- Verhit het eten door en door
- Volg de adviezen op de verpakking
De kaarten '5x veilig' helpen om veilig om te gaan met eten.
Op vakantie in een warm land is het risico op een voedselinfectie groter. Zeker als het minder hygiënisch is, slaan ziekmakende bacteriën eerder toe. Bekijk de informatiekaart ' 5x veilig in warme landen' voor tips.
Heb je een voedselvergiftiging of voedselinfectie? Vaak heb je dan diarree
en moet je overgeven. Wat kun je doen?
3 tips bij een voedselvergiftiging of - infectie:
1.Probeer zo gezond mogelijk te
blijven eten
Eet eventueel in kleinere hoeveelheden. Speciale
voedingsmiddelen zijn niet nodig. Vroeger dachten ze wel dat witbrood of
beschuit helpt om diarree te stoppen, maar dat klopt niet.
2. Drink veel
Veel drinken zorgt ervoor dat je niet
uitdroogt. Drink steeds kleine hoeveelheden, maar in totaal 2 tot 3 liter
per dag. Drinken is extra belangrijk als je ook overgeeft. Water, thee,
bouillon of verdund vruchtensap zijn geschikt. Heldere sappen,
zoals appelsap, perensap en druivensap en frisdrank zijn minder geschikt,
die kunnen de diarree erger maken.
Of neem eventueel een suikerzoutoplossing (ORS, verkrijgbaar
bij de drogist).
3. Eet genoeg vezels
Volkorenbrood, groente, fruit, noten en peulvruchten zijn goede bronnen
van vezel. Vezels werken in de darm als een soort spons waardoor ze water
opnemen. Zo kan de poep steviger worden.
Vraag altijd wat je moet doen aan je huisarts als je naast
overgeven of diarree ook koorts hebt, je extreem moet overgeven, je weinig
plast, erge dorst hebt, je suf voelt of bloed in je poep hebt. Of als de klachten zoals
diarree na een week niet minder worden.
Melden voedselinfectie
Als voedsel uit de winkel, snackbar of restaurant de oorzaak is van de voedselinfectie, meld dat dan direct bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.