Alle vissoorten, mist niet heel
dik, zijn geschikt om te bakken in de koekenpan. De vleessoorten die geschikt zijn om te bakken in een koekenpan, met daarbij de bereidingstijd, zie je hieronder bij 'Hoe lang moet ik vlees bakken?'.
- Neem een koekenpan en laat deze warm
worden. Met een paar druppels water kun je de temperatuur van de pan
controleren. Je zit goed als de waterdruppels in de pan opspringen en snel
verdampen.
- Verhit
in de koekenpan per persoon één eetlepel olie, vloeibare margarine of een vloeibaar
bak- en braadproduct.
- Leg
het vlees of de vis in de pan. Beweeg het tijdens het bakken af
en toe heen en weer om aanbakken te voorkomen. Als het lijkt aan te branden, zet de
warmtebron dan wat lager.
- Keer
het vlees of de vis om als het mooi goudgeel is geworden en bak de andere
kant. Prik niet met een vork in vlees of vis, maar gebruik een tang of spatel
voor het keren.
- Bak het vlees of de vis gaar en haal uit de pan. Laat het vlees of de vis niet te donker worden. Zie je zwarte randjes of korstjes?
Snijd die weg. In verbrande producten zitten namelijk schadelijke stoffen: acrylamide en PAK’s.
sluiten