Bij functionele voedingsmiddelen is een bestanddeel toegevoegd of juist verwijderd om de gezondheidswaarde van dat product te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan:
- Producten voor een lager cholesterolgehalte, zoals margarine, yoghurt en melkproducten met toegevoegde plantaardige stoffen (plantesterolen)
- Producten voor een goede werking van de darmen, zoals brood met toegevoegde voedingsvezel
Voor gezonde mensen die gevarieerd en gezond eten volgens de Schijf van Vijf, hebben functionele voedingsmiddelen niet of nauwelijks voordelen. Bij sommige gezondheidsproblemen kan een functioneel voedingsmiddel een goede keuze zijn.
Omschrijving
Bij functionele voedingsmiddelen ligt de nadruk op de werking van toegevoegde bioactieve stoffen of ingrediënten, die zijn toegevoegd voor optimale gezondheid en een zo laag mogelijk risico op ziekte.
Er bestaat geen officiële definitie voor een functioneel voedingsmiddel. Een veelgebruikte beschrijving is die van het Europese project Functional Food Sciene in Europe (FUFOSE): "Er is sprake van een functioneel voedingsmiddel als op wetenschappelijk verantwoorde wijze is aangetoond dat zo’n product een gunstig effect heeft op één of meer doelfuncties in het lichaam, te onderscheiden van "normale" voedingseffecten, van belang voor het verbeteren van de gezondheidstoestand (welbevinden) en/of vermindering van het risico op ziekte". Voorbeelden zijn calciumverrijkte producten voor sterke botten of verrijkte margarine en yoghurtproducten met fytosterolen ter verlaging van het cholesterolgehalte."
Functionele voedingsmiddelen spelen in op bepaalde gezondheidsproblemen en de groeiende interesse voor gezonde voeding. Beweringen over gezondheidseffecten van voedingsmiddelen, bijvoorbeeld via claims op het etiket of in de media, moeten voldoen aan de Europese claimsverordening. Fabrikanten mogen alleen gezondheidsclaims gebruiken die op een door de Europese Unie goedgekeurde lijst staan.
Behalve de claimsverordening is er geen aparte regelgeving voor functionele voedingsmiddelen. Wel is er een warenwetbesluit over de toevoeging van vitamines en mineralen (en bepaalde andere stoffen) aan levensmiddelen.
Voedingssupplementen en producten met toegevoegde vitamines, zoals vitamine A en D in margarine, worden niet tot de functionele voedingsmiddelen gerekend. Ze zijn namelijk niet gericht op een extra gezondheidseffect, maar bedoeld als aanvulling op de voeding, of om eventuele bereidingsverliezen te voorkomen. Bijvoorbeeld verliezen als gevolg van het verhitten van een product.
Als voor verrijkte producten of voedingssupplementen toch een bepaald gezondheidseffect wordt geclaimd, dan moeten deze voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in de Europese claimsverordening.
Bijzondere voeding, zoals zuigelingenvoeding, dieetvoeding voor medisch gebruik en dieetproducten met weinig calorieën zijn in zekere zin ook functionele voeding. Deze producten zijn in de Warenwet echter apart geregeld.
" Novel foods", zogenaamde nieuwe voedingsmiddelen en ingrediënten, kunnen ook functionele voedingsmiddelen zijn.
Geneesmiddelen
Producten met een medische claim, zoals het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte, vallen per definitie onder de Wet op de Geneesmiddelen. Bij functionele voedingsmiddelen gaat het echter om het voorkomen (preventie) van ziekte. Bij juist gebruik kunnen bepaalde functionele voedingsmiddelen een gunstig effect hebben op het risico van een bepaalde aandoening. Daarmee vallen deze producten, zoals de margarine en yoghurt met toegevoegde plantensterolen of plantenstanolen in een grijs gebied tussen voeding en geneesmiddelen.
Gezondheidseffecten
Voor gezonde mensen die gevarieerd en gezond eten volgens de Schijf van Vijf, hebben functionele voedingsmiddelen niet of nauwelijks voordelen.
Bij sommige gezondheidsproblemen kan een functioneel voedingsmiddel een goede keuze zijn. Dan moet wel het gezondheidseffect duidelijk zijn omschreven en moet duidelijk zijn hoeveel je ervan moet eten of drinken om het gewenste effect te krijgen. Dit staat op het etiket.
Veiligheid
De veiligheid van functionele voedingsmiddelen is net zoals de veiligheid van andere levensmiddelen geregeld in de Warenwet. Deze producten zijn in principe dus altijd veilig. Het is wel belangrijk de geadviseerde (dagelijkse) hoeveelheden aan te houden.
Ook is het belangrijk verschillende producten met dezelfde werkzame stof niet zomaar te combineren. Door gebruik van bijvoorbeeld cholesterolverlagende margarine én melk kan de geadviseerde dosering ongemerkt worden overschreden. Het is namelijk niet zo dat bij deze producten méér beter is.