Kinderen groeien op in een soort luilekkerland, maar dan niet in de vorm van een mooi sprookje. Thuis, op het kinderdagverblijf, in de winkel en op straat: snoep is overal. En hoewel af en toe snoepen natuurlijk mag, zal 'nee' zeggen ook nodig zijn. En dat kan lastig zijn in een omgeving waar (ongezond) eten overal aanwezig is.
Ga op pad met Lukas en bekijk luilekkerland door zijn ogen. Bekijk daarna de tips om met al deze verleidingen om te gaan.
Op stap met Lukas, 3 jaar
In dit filmpje volg je de driejarige Lukas. Ontdek welke verleidingen hij onderweg tegenkomt.
Omgaan met verleidingen
Het is handig om rondom snoep afspraken te maken, bijvoorbeeld dat je kind elke middag een snoepje krijgt. Natuurlijk zal je kind dan proberen om vaker een snoepje te krijgen, bijvoorbeeld omdat er iets in de winkel ligt. Maar door hier niet aan toe te geven, leer je aan je kind dat jij bepaalt wat en wanneer die eet. Lees meer over wat je
tussendoor kunt geven en bekijk de
tips voor de eetopvoeding.
Traktatieverleidingen
Op een groot kinderdagverblijf kan het elke week wel raak zijn. Weer een jarige, dus een traktatie. Maar wie zegt dat traktaties groot en ongezond moeten zijn? Bekijk onze traktatietips.
‘Wil jij een snoepje?’
De buurvrouw, ouders van vriendjes, je familie of die aardige slager vragen soms of je kind iets lekkers mag. Nee zeggen is dan soms lastig. Maar vriendelijk bedanken zonder uitleg is helemaal niet raar.
De supermarktuitdaging
Een supermarkt is een plek waar de verleiding alom is. Snoep ligt vaak op ooghoogte van je kind. En bij de kassa ligt nog meer lekkers. Reclame speelt ook een rol. Een gemiddelde supermarkt heeft ongeveer 150 kinderartikelen in de schappen liggen. Wanneer een kind vaak een reclame voorbij ziet komen, is de kans groot dat die sneller om die producten vraagt.
Tips voor in de supermarkt:
- Maak voor een supermarktbezoek duidelijke afspraken met je kind. Spreek bijvoorbeeld af dat ze in de buurt blijven en niet om snoep vragen. Je kunt het boodschappenlijstje als hulpmiddel gebruiken. Leg uit dat je je daaraan houdt.
- Houd vast aan je afspraken en zeg ‘nee’ als je kind toch vraagt om snoep. Als je kind boos wordt, dan is dat maar zo. Na een tijd zal die doorhebben dat je niet toegeeft, en zich bij jou keuzes neerleggen. Het helpt als je wel aangeeft dat je je kind begrijpt. “ik snap dat je boos bent, maar het is niet wat we afgesproken hebben”.
- Ga niet naar de supermarkt als je moe, hongerig of haastig bent. De kans dat je toegeeft, is dan een stuk groter.
- Laat je kind meehelpen om alles van het boodschappenlijstje te vinden. Doe spelletjes in de winkel om het leuker te maken: “Wie ziet de tomaten het eerst?” En betrek je kind bij het doen van de boodschappen “Wil jij een gele paprika of een rode”, “Heb je vanavond meer zin in aardappelen of rijst?”